Voorbeelden van rekenvelden in lay-outs

- Wanneer de naam van de contactpersoon niet 'Onbekend' is maar '–' dan:
trim([Contactpersoon factuurdebiteur]) == "--" then "" else [Contactpersoon factuurdebiteur]

- Wanneer een factuur verstuurd wordt naar een afdeling i.p.v. een contactpersoon op dezelfde lay-out als naar een normale contactpersoon:
trim([Titelcode factuurdebiteur]) == "L.S." then [Contactpersoon factuurdebiteur] else concat(trim([Titelcode factuurdebiteur]); " "; trim([Voorletters ( Contactpersoon ) ]); " "; trim([Contactpersoon factuurdebiteur]))

- Een laatste variant op de contactpersoon is: contactpersoon afdrukken als deze niet 'Onbekend' is (Let op: wanneer de contactpersoon niet afgedukt mag worden, dan bij onderhoud van de debiteur een contactpersoon 'Onbekend' aanmaken en als hoofdcontactpersoon instellen) trim([Contactpersoon factuurdebiteur Achternaam ])  != "Onbekend" then [Contactpersoon factuurdebiteur Achternaam ] else ""

Opmerking: zoals te zien is:
[contactpersoon] = "x" then "" else [contactpersoon] 
(= Wanneer contactpersoon X is, dan niks afdrukken en anders de contactpersoon afdrukken)
uit voorbeeld 1a kan ook omgekeerd worden zoals in voorbeeld 1d:
[contactpersoon] != "x" then [contactpersoon] else ""
(= Wanneer contactpersoon ongelijk aan X is, dan de contactpersoon afdrukken en anders niks afdrukken)

2. BTW-nummer afdrukken bij Belgische debiteur
Wanneer een factuur wordt afgedrukt voor een Belgische debiteur dan moet het BTW-nummer van de debiteur worden afgedrukt als deze gevuld is bij het debiteurenonderhoud. Wanneer het BTW-nummer niet gevuld is, moet de term 'Vrijgesteld' worden afgedrukt. Bij alle andere landcodes, mag er niks afgedrukt worden. Hiervoor kan het volgende rekenveld gebruikt worden in het 'adresblok':
trim([Landcode factuurdebiteur]) == "BE" && [BTW-nummer factuurdebiteur] != "" then [BTW-nummer factuurdebiteur] else
(trim([Landcode factuurdebiteur]) == "BE" && [BTW-nummer factuurdebiteur] == null then "Vrijgesteld" else "")

Opmerking: wanneer er meer dan 1 voorwaarde is, dan plaats je de eerste voorwaarde niet tussen haken "(" en ")" maar de daarop volgende voorwaarden wel. Zie ook voorbeelden 3. en 4.

3. Leverdatum afdrukken bij een vast aantal tekstartikelen
Wanneer een factuur wordt afgedrukt dan mag de leverdatum uit de factuurregels alleen worden afgedrukt voor een viertal tekstartikelen, te weten T1, T2, T4 en T6. Voor alle ander artikelen en tekstartikelen mag de leverdatum niet worden afgedrukt. In het 'tekstregelblok' dient dan het volgende rekenveld toegevoegd te worden:
trim([Artikelcode]) == "T1" then [Leverdatum] else
(trim([Artikelcode]) == "T2" then [Leverdatum] else
(trim([Artikelcode]) == "T4" then [Leverdatum] else
(trim([Artikelcode]) == "T6" then [Leverdatum] else "")))

Opmerking: een aanvulling op de opmerking van voorbeeld 2: zoals te zien is, wordt de eerste voorwaarde niet tussen haken geplaats en de daarop volgende voorwaarden wel. Dus:
voorwaarde 1 else (voorwaarde 2 else (voorwaarde 3 else (voorwaarde 4)))

4. Term afdrukken afhankelijk van totaalbedrag van factuur
Wanneer het totaalbedrag van de factuur kleiner is dan EUR 0,- dan moet de term "Credit" afgedrukt worden. Wanneer het bedrag EUR 0,- is, de term "Verklaring   XXXXXX". Wanneer het bedrag groter is dan EUR 0,- dan moet de term "Factuur" afgedrukt worden.
Hiervoor dient het volgende rekenveld in het 'totaalblok' toegevoegd te worden:
Totaalbedrag] < "0" then "Credit" else
([Totaalbedrag] == "0" then "Verklaring   XXXXXX" else
([Totaalbedrag] > "0" then "Factuur"))

5. Afwijkende NAW-gegevens afdrukken
Op de factuurlayout staan de NAW-gegevens van de factuurdebiteur in het 'adresblok' als gewoon databaseveld. Echter, wanneer de factuurdebiteur afwijkt van de orderdebiteur, dan dienen de debiteurennaam en de woonplaats van de orderdebiteur afgedrukt te worden in een apart kader. Wanneer de debiteur gelijk is, dient niks afgedukt te worden.
In het 'adresblok' dienen dan de volgende rekenvelden geplaatst te worden:
[Naam factuurdebiteur] != [Naam debiteur] then [Naam debiteur] else ""
en
[Woonplaats factuurdebiteur] != [Woonplaats debiteur] then [Woonplaats debiteur] else ""

6. De operator || (of)
Een variant op voorbeeld 3 is de volgende: w ilt u bij meerdere termen een andere waarde op de lay-out krijgen, dan kunt u gebruik maken van de operator ||. In het onderstaande voorbeeld moet bij een aantal betalingscondities als omschrijving "kredietbeperking" worden gebruikt indien het factuurbedrag ongelijk (!=) is aan nul.
[Bedrag excl. korting, excl. BTW] != 0 then
trim([Artikelcode]) == "30" ||
trim([Artikelcode]) == "32" ||
trim([Artikelcode]) == "45" ||
trim([Artikelcode]) == "60" ||
trim([Artikelcode]) == "90"
then "Kredietbeperking"
else [Lange omschrijving]

Mocht u assistentie nodig hebben bij het aanpassen van de lay-out dan kunt u hiervoor contact opnemen met de afdeling consultancy van Exact of uw Exact partner.