Exact Compact+

Vak 5 Berekening van de omzetbelasting

Introductie

De berekening van de omzetbelasting vindt plaats in vak 5. In dit vak worden de te betalen en te vorderen omzetbelasting aangegeven. In dit vak resulteert uiteindelijk de daadwerkelijk te betalen of terug te vorderen BTW.

Uitleg

Vak 5 bestaat uit de onderdelen A tot en met G.

5A: Verschuldigde omzetbelasting
In 5A noteert u de som van de verschuldigde BTW van de rubrieken 1A tot en met 4B.

5B: Voorbelasting
Van de BTW die u verschuldigd bent aan de Belastingdienst mag u in beginsel de BTW aftrekken die aan u in het kader van de onderneming in rekening is gebracht door andere ondernemers. Dit wordt het aftrekken van voorbelasting genoemd. Als u recht heeft op aftrek van voorbelasting, kunt u in deze rubriek het totaalbedrag aan BTW vermelden dat aan u in rekening is gebracht en aftrekbaar is. In dit bedrag mag u correcties verwerken op eerdere aangiften. Een goede administratie is van groot belang.

Het totaalbedrag berekent u door alle bedragen aan aftrekbare BTW bij elkaar op te tellen. Aftrekbaar is BTW die:

• aan u door andere ondernemers in rekening is gebracht en die u kunt aantonen met correct opgemaakte facturen;
• u heeft betaald bij de invoer van goederen die voor u bestemd zijn of die in uw naam is betaald bij de invoer van goederen die voor u bestemd zijn;
• u wegens verlegging heeft aangegeven bij rubrieken 2A en 4A van dezelfde aangifte;
• u wegens intracommunautaire verwervingen heeft aangegeven bij rubriek 4b van dezelfde aangifte;
• is begrepen in de aankoopprijs van een nieuw vervoermiddel dat u leverde aan een particulier in een ander EU-land;
• is begrepen in de aankoopprijs van agrarische producten en diensten die u afneemt van een ondernemer die onder de landbouwregeling valt en die u een landbouwverklaring heeft verstrekt.

Niet of niet geheel aftrekbaar is BTW die u bent verschuldigd door gebruik van zelfvervaardigde goederen.

Niet of mogelijk niet aftrekbaar is BTW over goederen en diensten die:

• u niet gebruikt in het kader van uw onderneming;
• u gebruikt voor vrijgestelde prestaties;
• zijn aan te merken als horecabestedingen;
• u gebruikt voor BUA-prestaties (zoals het voeren van een zekere staat, relatiegeschenken, giften of personeelsvoorzieningen, onder andere het verstrekken van spijzen of dranken aan het personeel);
• u gebruikt voor prestaties die onder de landbouwregeling vallen;
• u koopt terwijl u de margeregeling toepast op de ingekochte goederen.

5C: Subtotaal
In deze rubriek vult u het bedrag in dat u overhoudt, als u het bedrag aan voorbelasting (5B) aftrekt van het bedrag aan verschuldigde BTW (5A). Is het bedrag bij 5B negatief tel dan 5A en 5B bij elkaar op.

Het is aan te raden om op dit moment te controleren of u inderdaad de gegevens die het aangifteformulier vraagt, heeft ingevuld. Samenvattend ging het om de omzetgegevens en de omzetbelastinggegevens over prestaties die in Nederland hebben plaatsgevonden en die bij u belastbaar zijn, én om de gegevens over uw installatie- en afstandsverkopen.

Voor het berekenen van de voorbelasting had u alle gegevens nodig over invoer en verwerving en over de leveringen die andere ondernemers aan u hebben gedaan.

Alle gegevens die voor het invullen van de rubrieken nodig zijn, kunt u afleiden uit uw boekhouding.

5D: Vermindering volgens de kleineondernemersregeling.

Opmerking: Vak 5d is vanaf 01-01-2020 niet meer van toepassing en zal daardoor automatisch worden uitgeschakeld in het aangiftescherm.

Als u valt onder de kleineondernemersregeling, kunt u recht hebben op een belastingvermindering. Deze vermindering kan gelden voor natuurlijke personen, éénmanszaken, VOF’s en maatschappen die in een boekjaar na aftrek van de voorbelasting niet meer dan € 1.883 hoefden te betalen. De verminderingsregeling geldt niet voor rechtspersonen (BV en NV). Als u in aanmerking komt voor vermindering, dan kunt u de vermindering op twee manieren in uw aangifte verwerken:

U berekent aan het einde van het (boek)jaar het bedrag van de vermindering en vult dit bedrag in onder 5D op het laatste aangifteformulier van het boekjaar (of het eerste van het daaropvolgende boekjaar).

U brengt op elke aangifte alvast een voorlopige mindering in aftrek en u berekent aan het einde van het boekjaar het juiste bedrag, waarna u het verschil corrigeert.

Bij de berekening van de vermindering moet u rekening houden met de BTW die door u of naar u is verlegd en met de BTW die u verschuldigd bent geworden door intracommunautaire verwervingen.

5E: Schatting vorige aangifte(n)
In deze rubriek vult u het bedrag in dat u heeft geschat op de vorige aangifte. Dit bedrag trekt u af van het subtotaal in 5C. Hiermee doet u de schatting die u in het vorige tijdvak heeft gedaan teniet. Het geschatte bedrag over uw vorige tijdvak is nu namelijk niet meer van belang, omdat u op deze aangifte de precieze bedragen heeft aangegeven over het vorige tijdvak.

U mag alleen schatten als u beschikt over een schattingsvergunning.

5F: Schatting deze aangifte
In deze rubriek vult u uw BTW-schatting in over het huidige aangiftetijdvak. Bij uw volgende aangifte moet u over dit aangiftetijdvak nauwkeurig aangifte doen.

U mag alleen schatten als u beschikt over een schattingsvergunning.

5G: Totaal
In deze rubriek vult u het bedrag aan BTW in dat u moet betalen of dat u kunt terugvragen.

Gerelateerde onderwerpen

• Uitleg aangiftevakken BTW-aangifte
• www.belastingdienst.nl