Installatie SQL Server 2014 Express - Upgrade
Dit document beschrijft de installatie van MS SQL Server 2014 Express. In de onderstaande voorbeelden wordt uitgegaan van een installatie op een systeem waar reeds een oudere versie van MS SQL Server is geïnstalleerd. Omdat bij het upgraden de bestaande databases worden bijgewerkt dient u eerst backups te maken van uw huidige administraties.
U dient minimaal over product update 409 van Exact Compact+ of Exact Globe+ en minimaal over product update 254 van Exact Synergy Enterprise te beschikken om te kunnen werken met SQL Server 2014 Express.
Een upgrade is niet in alle gevallen mogelijk. Op de
website van Microsoft kunt zien wat de minimale versie en servicepack dient te zijn om te kunnen upgraden naar SQL Server 2014.
Alles uitklappen | Alles inklappen | Afdrukken
|
| 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
|
Stap 1 - Backup(s) maken
|
Voordat u verder gaat met de installatie is het belangrijk dat u back-ups maakt van de aanwezige administraties en databases. Wanneer u nog geen Exact Compact+, Exact Globe+, of Exact Synergy (Enterprise) heeft geïnstalleerd beschikt u nog niet over Exact-administraties of databases. In dit geval kunt u deze stap overslaan en verder gaan met de volgende stap.
De procedure voor het maken van een back-up is afhankelijk van uw situatie en het product waarmee u werkt. Let erop dat u van alle administraties een back-up maakt en u deze op een veilige locatie bewaart.
Exact Compact+
Exact Globe+
Exact Synergy Enterprise
|
Stap 2 - Het installeren van SQL Server 2014 Express
|
Dit document beschrijft de installatie van SQL Server 2014 Express. In de onderstaande voorbeelden wordt uitgegaan van een installatie op een systeem waar reeds een oudere versie van Microsoft SQL Server Express is geïnstalleerd. Omdat de bestaande databases worden bijgewerkt dient u eerst backups te maken van uw huidige administraties.
Voordat u kunt installeren dient u zich ervoor te zorgen dat uw systeem voldoet aan de
vereisten die SQL Server 2014 aan een systeem stelt.
Let op: Bij het uitvoeren van een upgrade dient u er rekening mee te houden dat u minimaal over een bepaald service pack van uw oude Microsoft SQL Server installatie dient te beschikken. Wanneer dit niet het geval is kunt u de upgrade niet uitvoeren en dient u eerst het betreffende servicepack van de oude Microsoft SQL Server installatie
te installeren. U kunt dat doen door het uitvoeren van een Windows update op de betreffende machine. U dient minimaal te beschikken over:
- SQL Server 2005 SP4 of recenter of
- SQL Server 2008 SP3 of recenter of
- SQL Server 2008 R2 SP2 of recenter of
- SQL Server 2012 SP1 of recenter
Wanneer aan deze systeemvereisten wordt voldaan, kunt u beginnen met de installatie van MS SQL Server 2014. Alle stappen die nodig zijn om MS SQL Server 2014 te installeren zullen worden doorlopen.
Let op: Afhankelijk van uw situatie kan de volgorde van enkele schermen afwijken van de volgorde die in dit stappenplan wordt aangehouden. Voor een correcte installatie zodat er correct gewerkt kan worden met Exact Globe+ of Exact Compact+ is de volgorde waarin de schermen verschijnen niet van belang. Wat echter wel van belang is, is dat u bij de betreffende schermen de juiste opties selecteert zoals in dit stappenplan is aangegeven.
- Zodra de installatie is voorbereid wordt het SQL Server Installation Center getoond. Vanuit dit scherm kunt u verschillende installatie taken bekijken en uitvoeren. In dit scherm klikt u aan de linkerzijde op 'Installation'. Vervolgens wordt het volgende scherm getoond. Hier klikt u rechts boven op 'Upgrade from SQL Server 2005, SQL Server 2008,
SQL Server 2008R2 or SQL Server 2012'.
- License Terms
In dit scherm worden de gebruiksvoorwaarden getoond. Om verder te kunnen gaan met de installatie dient u eerst de voorwaarden te lezen en hiermee akkoord te gaan. Wanneer u akkoord gaat met de voorwaarden kunt u dat aangeven door de optie 'I accept the license terms' aan te vinken en vervolgens kunt u middels de knop 'Next' verder gaan naar het volgende scherm.
- Global Rules
Vervolgens wordt een controle uitgevoerd om te bekijken of
er zaken zijn die een succesvolle
installatie van de 'SQL Server Setup support files' in de weg kunnen staan. De 'SQL Server Setup support files' zijn noodzakelijk voor de installatie van MS SQL Server 2014 en worden automatisch geïnstalleerd via de installatie wizard.
Met de knop 'Show details >>' kunt u de details van deze controle bekijken. Wanneer de controles geslaagd zijn wordt dat in het scherm aangegeven. Wanneer dit niet het geval is wordt dit middels een rood icoon aangeven en kunt u op de link in de kolom 'Status' klikken voor meer informatie over de betreffende controle en wat er mis is. U kunt dit vervolgens oplossen en daarna kunt u middels de knop 'Re-run'
de controles opnieuw uitvoeren.
Afhankelijk van de situatie is het dus niet noodzakelijk om in dit geval de installatie wizard af te sluiten en weer opnieuw te doorlopen.
Wanneer alle controles in orde zijn verdwijnt dit scherm automatisch en gaat u meteen verder naar het volgende scherm.
- Install Setup Files
De installatiewizard controleert of er updates beschikbaar zijn en installeert de bestanden die nodig zijn om Microsoft SQL Server 2014 te installeren. Zodra dit gereed is verdwijnt dit scherm automatisch en wordt het volgende scherm geopend.
- Upgrade Rules
In dit scherm wordt een controle uitgevoerd op mogelijke
problemen die kunnen optreden tijdens de installatie. Met de
knop 'Show details >>' kunt u de details van deze controle
bekijken.
Wanneer de controles niet geslaagd zijn wordt dit middels een rood icoon aangeven en kunt u op de link in de kolom 'Status' klikken voor meer informatie over de betreffende controle en wat er mis is. U kunt dit vervolgens oplossen en daarna kunt u middels de knop 'Re-run' de controles opnieuw uitvoeren.
Afhankelijk van de situatie is het dus niet noodzakelijk om in
dit geval de installatie wizard af te sluiten en weer opnieuw te
doorlopen. De knop 'Next' is alleen actief wanneer er geen
controles gefaald zijn. Wanneer er geen problemen zijn gevonden
verdwijnt dit scherm automatisch.
- Select Instance
In het volgende scherm kunt u de Instance van de oudere MS SQL Server selecteren die u wilt upgraden.
In het onderste deel van het scherm worden de aanwezige instances getoond. In dit geval betreft dit één Instance. In de kolom 'Instance name' wordt de naam van de Instance getoond. In dit voorbeeld betreft dit de naam 'SQLEXPRESS', maar het is mogelijk dat dit bij u een andere naam betreft. Ook is het mogelijk dat er bij u meerdere instances getoond worden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer u een MS SQL Server 2005 en een MS SQL Server 2008 Instance heeft geïnstalleerd. In dat geval dient u zelf te bepalen welke Instance u wilt upgraden naar MS SQL Server 2014. In de kolom
'Version' wordt het versienummer van de betreffende Instance getoond. Versienummers die beginnen met een 9 hebben betrekking op MS SQL Server 2005, versienummers die beginnen met een 10 hebben betrekking op MS SQL Server 2008 (R2),
versienummers die beginnen met een 11 hebben betrekking op MS
SQL Server 2012.
De regel <Shared Components> heeft betrekking op de extra onderdelen van MS SQL Server die geïnstalleerd zijn, zoals bijvoorbeeld de management studio van MS SQL Server. Afhankelijk van uw situatie kan het zijn dat deze regel bij u niet aanwezig is, maar dat is geen probleem.
Bij het veld 'Instance to Upgrade' selecteert u de Instance die u wilt bijwerken naar MS SQL Server 2014. Vervolgens kunt u middels de knop 'Next' verder gaan.
- Select Features
In het volgende scherm worden de onderdelen getoond die
worden bijgewerkt. U kunt in dit scherm niets aanpassen. De
onderdelen die kunnen worden bijgewerkt worden automatisch
aangevinkt en dit scherm verdwijnt automatisch.
- Feature Rules
In het volgende scherm wordt een controle uitgevoerd op
zaken die een succesvolle installatie in de weg kunnen staan.
Met de knop 'Show details >>' kunt u de details van deze
controle bekijken.
Wanneer de controles niet geslaagd zijn wordt dit middels een rood icoon aangeven en kunt u op de link in de kolom 'Status' klikken voor meer informatie over de betreffende controle en wat er mis is. U kunt dit vervolgens oplossen en daarna kunt u middels de knop 'Re-run' de controles opnieuw uitvoeren.
Afhankelijk van de situatie is het dus niet noodzakelijk om in
dit geval de installatie wizard af te sluiten en weer opnieuw te
doorlopen. De knop 'Next' is alleen actief wanneer er geen
controles gefaald zijn.
- Upgrade Progress
Zodra de acties in bovenstaand scherm gereed zijn verdwijnt
dit scherm automatisch. En wordt het volgende scherm geopend. De installatie kan enige tijd in beslag nemen. De groene status balk toont de voortgang.
- Complete
Zodra de installatie succesvol is uitgevoerd worden de geïnstalleerde onderdelen getoond met een groen icoon ervoor. Met de knop 'Close' sluit u de wizard.
Bij de standaard installatie van SQL Server 2014 Express is na de installatie alleen het shared memory standaard beschikbaar. Hierdoor kunt u de SQL Server alleen lokaal benaderen. Wanneer u SQL 2014 via het netwerk wilt kunnen benaderen dient u deze protocollen te activeren. Dit kunt doen op de volgende manier:
- Start de 'SQL Server Configuration Manager'. In Windows via [Start, Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2014, Configuration Tools, SQL Server Configuration Manager]. In Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij 'Zoeken' in het veld 'Apps': 'SQL Server Configuration Manager'. Klik vervolgens aan de linkerzijde van het scherm op 'SQL Server Configuration Manager'.
- Klik op 'SQL Server Network Configuration'.
- Selecteer 'Protocols for xxxx'. (waarbij xxxx vervangen dient te worden door de naam die u de SQL Server tijdens de installatie heeft gegeven.)
- Aan de rechterzijde van het scherm kunt u de protocollen 'Named Pipes' en 'TCP/IP' activeren door en met rechts op te klikken en te kiezen voor 'Enable'.
Daarnaast kan het noodzakelijk zijn om de SQL Server Browser service te starten. Deze service wordt gebruikt voor het identificeren van de poorten waar de installatie van SQL Server 2014 naar luistert. Dit kunt u op de volgende manier aanpassen.
- Start de 'SQL Server Configuration Manager'. In Windows via [Start, Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2014, Configuration Tools, SQL Server Configuration Manager]. In Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij 'Zoeken' in het veld 'Apps': 'SQL Server Configuration Manager'. Klik vervolgens aan de linkerzijde van het scherm op 'SQL Server Configuration Manager'.
- Klik op 'SQL Server Services'.
- Aan de rechterzijde wordt nu 'SQL Server Browser' getoond. Wanneer deze niet is gestart is het icoon rood, wanneer deze reeds is gestart is het icoon groen.
- Eerst stellen we in dat deze service altijd automatisch wordt opgestart. Op deze wijze zorgen we ervoor dat na het herstarten van het systeem deze service ook gestart wordt.
- Klik met rechts op 'SQL Server Browser' en kies voor properties.
- In het eigenschappen venster opent u het tabblad 'Service'.
- Vervolgens selecteert u bij 'Start Mode' de optie 'Automatic'.
- Klik vervolgens op 'Apply' om de wijzigingen door te voeren. Met deze instelling zorgt u ervoor de SQL Server Browser telkens automatisch wordt gestart wanneer u uw systeem opstart.
- Vervolgens dienen we de 'SQL Server Browser' te starten.
- In het eigenschappen venster opent u het tabblad 'Logon'.
- Hier klikt u onderin het scherm op 'Start' om deze service te starten. Wanneer de knop 'Start' niet actief is is de SQL Browser Service reeds gestart en is het niet meer noodzakelijk om deze te starten.
Wanneer u tevens over een firewall beschikt dient u deze correct te configureren zodat er verbinding kan worden gemaakt met SQL Server 2014 Express. De standaard TCP Poort voor SQL Server 2014 Express is 1433. De SQL Browser maakt gebruik van UDP poort 1434.
|
Stap 3 - Het controleren en aanpassen van de instellingen
|
Na installatie van SQL Server dienen een aantal instellingen in
MS Windows te worden gecontroleerd en aangepast om uw computer
gereed te maken voor het gebruik met SQL Server.
Controleer of de protocollen 'TCP/IP' en 'Named Pipes' zijn
ingeschakeld.
A: Protocollen in SQL Server Client Network Utility
U voert deze stap uit op het werkstation (of de werkstations)
waarmee u met Exact Compact+ of Exact Globe+ werkt.
-
Ga in Windows naar het Start-menu en vul onderaan 'CLICONFG'
in en druk op <Enter>.
In Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de R
van uw toetsenbord. Vul 'CLICONFG' in en druk op <Enter>.
- Controleer in het nieuwe scherm of in de rechter kolom de
protocollen 'Named Pipes' en 'TCP/IP' staan. Indien dit niet het
geval is, dienen deze te worden toegevoegd. Selecteer het
protocol 'Named Pipes' in de linker kolom en klik op de knop 'Enable
>>' of 'Inschakelen' zodat deze in de rechter kolom terecht
komt. Herhaal deze stap ook voor het protocol 'TCP/IP' en klik
hierna op 'Apply' of 'Toepassen' en vervolgens op 'OK'.
B: Protocollen in SQL Server Configuration Manager
U voert deze stap uit op het systeem waarop SQL Server is
geïnstalleerd.
- Start de 'SQL Server Configuration Manager'. In Windows via
[Start, Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2014,
Configuration Tools, SQL Server Configuration Manager]. In
Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw
toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij 'Zoeken' in het veld 'Apps':
'SQL Server Configuration Manager'. Klik vervolgens aan de
linkerzijde van het scherm op 'SQL Server Configuration
Manager'.
- Klik op 'SQL Server Network Configuration'.
- Selecteer 'Protocols for xxxx'. (waarbij xxxx vervangen
dient te worden door de naam die u de SQL Server tijdens de
installatie heeft gegeven.)
- Aan de rechterzijde van het scherm kunt u de protocollen
'Named Pipes' en 'TCP/IP' activeren door en met de
rechtermuisknop op te klikken en te kiezen voor 'Enable'.
Controleer de rechten op de Data-map
U voert deze stap uit op het systeem waarop SQL Server is
geïnstalleerd.
- U dient tevens te controleren of u als gebruiker alle
rechten heeft op de map waarin de database (van de
administratie) wordt weggeschreven.
Om te achterhalen welke map dit is kunt u het volgende doen:
- Start op de server waar SQL ook op geïnstalleerd is de
SQL Server Management Studio. Ga hiervoor naar het start
menu in Windows, kies [Alle Programma's, Microsoft SQL
Server 2014, SQL Server Management Studio]. In Windows 8:
Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw
toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij 'Zoeken' in het
veld 'Apps': 'SQL Server Management Studio'. Klik vervolgens
aan de linkerzijde van het scherm op 'SQL Server Management
Studio'.
- Maak verbinding met de SQL Server. Bij het maken van de
verbinding vult u bij 'Server name' de naam van uw SQL
Server in. Met de knop 'Connect' maakt verbinding met de SQL
server.
- Nadat u verbinding heeft gemaakt met de SQL server,
wordt aan de linkerkant van de SQL Server Management Studio
de Object Explorer getoond. Hier wordt de SQL Server
weergegeven waarmee u verbinding heeft gemaakt.
- Klik met de rechtermuisknop op de naam van de SQL
Server, en kies vervolgens 'Properties' of 'Eigenschappen'.
- In dit eigenschappenscherm selecteert u aan de
linkerzijde de optie 'Database settings'. Vervolgens kunt u
bij het veld 'Data' de betreffende directory zien staan.
- U hoeft hier niets aan te passen en kunt de SQL Server
Management Studio nu sluiten.
- ga vervolgens via de Windows verkenner naar deze map toe.
- Het kan zijn dat u tijdens het navigeren naar deze map een
melding krijgt dat u geen rechten heeft om een map te openen.
- Klik met de rechtermuisknop op de betreffende map waar u
geen rechten op heeft en ga naar 'Eigenschappen'.
- Klik in het nieuwe venster op het tabblad 'Beveiliging' of 'Security'.
- Selecteer in het bovenste venster de gebruikersnaam waarmee
u bent ingelogd, in dit voorbeeld de gebruiker 'beheer', maar in
uw situatie betreft dit de gebruikersnaam van de betreffende
gebruiker. Controleer of in het onderste venster een groen
vinkje staat bij 'Full control'. Zo nee, dan heeft u geen
volledige rechten op deze map en dienen deze wel te worden
aangezet.
- Indien de rechten niet goed staan, klikt u op 'Edit'. U
krijgt dan onderstaand scherm/
- Selecteer wederom uw gebruiker in het bovenste venster en
zet in het onderste venster een vinkje bij 'Full control'. Klik
vervolgens op 'Apply' en 'OK' om de vensters te sluiten.
- U dient nu wel zonder meldingen de map te kunnen openen.
- Controleer vervolgens of u zonder meldingen ook uw data-map
kan openen. Zo niet, dan dient u bovenstaande stappen ook voor
deze map uit te voeren.
|
Stap 4 - Gebruikers rechten geven binnen SQL Server 2014 Express
|
Wanneer u geen andere gebruikers toegang wilt geven op de SQL Server hoeft u deze stap niet uit te voeren. De gebruikers die voor het uitvoeren van de upgrade rechten hadden op de SQL Server hebben dit na de upgrade nog steeds.
Wanneer u extra gebruikers rechten wilt geven op de kunt u dit als volgt uitvoeren:
- Start op de server waar SQL ook op geïnstalleerd is de SQL Server Management Studio. Ga hiervoor naar het start menu in Windows, kies [Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2014, SQL Server Management Studio]. In Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij 'Zoeken' in het veld 'Apps': 'SQL Server Management Studio'. Klik vervolgens aan de linkerzijde van het scherm op 'SQL Server Management Studio'.
- Maak verbinding met de SQL Server. Bij het maken van de verbinding vult u bij 'Server name' de naam van uw SQL Server in. Met de knop 'Connect' maakt verbinding met de SQL server.
- Nadat u verbinding heeft gemaakt met de SQL server, wordt aan de linkerkant van de SQL Server Management Studio de Object Explorer getoond. Hier wordt de SQL Server weergegeven waarmee u verbinding heeft gemaakt.
- Links in het scherm wordt een boomstructuur getoond. Hier ziet u nu de naam van uw server staan.
- Klik uw server open door op het plusje te klikken. Er worden dan verschillende subcategorieën getoond. Een van deze categorieën is 'Security' of 'Beveiliging'. Klik dit onderdeel open.
- Dubbelklik vervolgens op 'Logins'.
- De map 'Logins' wordt nu uitgeklapt en u ziet welke gebruikers rechten hebben op de SQL Server. Hier staan ook een aantal standaard systeemgebruikers bij die u NIET dient te verwijderen.
- Om een nieuwe gebruiker toe te voegen klikt u met de rechtsmuisknop op de map 'Logins' en kiest 'New Login...'
- De cursor staat in het veld 'Login name' van de nieuwe user. Rechts van dit veld is een knop 'Search' aanwezig. Klik op deze knop.
- Er wordt een nieuw scherm getoond. In dit scherm zijn onder andere de volgende twee knoppen beschikbaar: 'Locations' en 'Advanced' ('Loacties' en 'Geavanceerd'). Met de knop 'Locations' selecteert u het domein/locatie waaraan de gebruiker is gekoppeld die toegevoegd dient te worden. Met de knop 'Advanced' opent er een nieuw scherm waarin de gebruiker toegevoegd wordt.
- Wanneer de juiste locatie\domein is geselecteerd via 'Locations', kiest u voor 'Advanced'. Aan de rechterkant van het scherm vindt u de knop 'Find Now' ('Nu zoeken').
- Klik op de knop en onderaan in het scherm verschijnt een lijst met beschikbare gebruikers.
- Selecteer de juiste gebruiker en klik op 'OK'
- Het scherm sluit af. In het volgende scherm dat u ziet kiest u ook voor 'OK'
- In het menu waarin de nieuw 'Login name' aangegeven wordt staat nu de juiste gebruiker ingevuld.
- U kiest onderaan dit scherm ook voor 'OK'
- De gebruiker is toegevoegd.
Elke gebruiker welke ingelogd is op het netwerk kan nu ook de SQL server benaderen. Of een gebruiker ook daadwerkelijk een database kan benaderen hangt af van het feit of deze gebruiker ook als gebruiker in het Exact product is aangemaakt. Raadpleeg daarvoor een van onderstaande documenten:
Om een gebruiker een administratie te laten aanmaken (of verwijderen) dient u aan een gebruiker in SQL extra rechten toe te kennen. Deze moet minimaal de rol van 'Dbcreator' hebben.
Meer informatie over de benodigde rechten en de verschillende rollen in MS SQL Server kunt u de volgende documenten raadplegen. Om deze documenten te bekijken dient u in te loggen op de customer portal:
|
Stap 5 - De administraties/databases gereedmaken voor het gebruik met SQL Server 2014
|
Na het upgraden naar MS SQL Server 2014 dienen een aantal stappen uitgevoerd te worden om uw databases gereed te maken voor het gebruik met MS SQL Server 2014.
Compabiliteits level aanpassen
Indexen en statistieken bijwerken
Voor een zo optimaal mogelijk performance is het aan te raden om de indexen en statistieken bij te werken. Dit kunt u uitvoeren via de SQL Server Management Studio Express. Afhankelijk van uw systeemconfiguratie en de grote van de database kunnen deze stappen enige tijd in beslag nemen. Het is aan te raden dit bijvoorbeeld aan het einde van de werkdag uit te voren zodat u er de minste hinder van ondervindt. Deze stappen dient u voor iedere administratie (database) afzonderlijk uit te voeren.
- Start de SQL Server Management Studio Express via [Start, Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2014, SQL Server Management Studio Express]. In Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij 'Zoeken' in het veld 'Apps': 'SQL Server Management Studio'. Klik vervolgens aan de linkerzijde van het scherm op 'SQL Server Management Studio'.
- Maak connectie met de SQL Server.
- Klik vervolgens linksboven in het scherm op de knop 'New Query'
- De volgende stap is het selecteren van de juiste database. Via het pulldown menu selecteert u de administratie waarvoor u deze stappen wilt uitvoeren. In het voorbeeld in onderstaande afbeelding is administratie 001 geselecteerd.
- Aan de rechterkant van het scherm ziet u een groot wit vlak. In dit vlak typt of kopieert u het volgende commando:
sp_MSforeachtable @command1="print '?' dbcc dbreindex ('?')"
- U drukt vervolgens op de knop 'Execute' om de actie te starten.
- Het uitvoeren van dit commando kan enige tijd in beslag nemen. Zodra het gereed is wordt dit onder in het scherm aangegeven middels de volgende melding:
Command(s) completed successfully.
- Vervolgens herhaalt u de stappen voor uw andere administraties.
- Wanneer u de stappen heeft uitgevoerd voor alle administraties kunt u de SQL Server Management Studio Express middels het kruisje rechtsboven in het scherm afsluiten. Wanneer er wordt gevraagd of u de wijzigingen wilt bewaren kunt u kiezen voor 'No'.
|
| 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
|
Main Category: |
Attachments & notes |
Document Type: |
Online help main |
Category: |
|
Security level: |
All - 0 |
Sub category: |
|
Document ID: |
25.964.196 |
Assortment: |
SQL2014
|
Date: |
28-10-2022 |
Release: |
|
Attachment: |
|
Disclaimer |
|
|