Vak 3 Door u verrichte leveringen naar het buitenland
Introductie
Introductie
Vak 3 is voor de aangifte van de door u verrichte leveringen naar het buitenland. Dit kan zowel binnen (intracommunautaire prestatie) als buiten (export) de EU zijn.
Uitleg
Vak 3 bestaat uit 3 subvakken A tot en met C.
3A: Leveringen naar landen buiten de EU (uitvoer)
In deze rubriek vult u het totaalbedrag aan uitvoer/omzet in. Het gaat hier alleen om de omzetgegevens van goederen of diensten die Nederland daadwerkelijk hebben verlaten (zijn uitgevoerd) of om goederen die u in een entrepot heeft opgeslagen.
Van het uitvoeren van goederen hoeft u geen opgaaf per afnemer te doen.
U moet de daadwerkelijke uitvoer van de goederen kunnen bewijzen.
Voorbeeld
U exporteert voor € 100.000 goederen naar de Verenigde Staten en voor € 200.000 naar China. In totaal voert u goederen uit voor een bedrag van € 300.000. Deze omzet vult u in bij rubriek 3a op het aangifteformulier.
3B: Leveringen naar landen binnen de EU
In deze rubriek noteert u het totaalbedrag aan vergoedingen/omzet van uw intracommunautaire prestaties vanuit Nederland. Dit zijn leveringen waarbij de goederen/diensten vanuit Nederland worden vervoerd naar een ander EU-land.
Elke maand of kwartaal moet u uw intracommunautaire prestaties per afnemer specificeren op een formulier Opgaaf Intracommunautaire prestaties (Opgaaf ICP). Het totaalbedrag van de Opgaaf moet gelijk zijn aan de totale omzet die is vermeld onder 3B.
Van een intracommunautaire prestatie is ook sprake als u eigen goederen overbrengt naar een ander EU-land. De goederen zijn in dat land belast voor de BTW. Als omzet geldt in dit geval de aanschaffings- of voortbrengingskosten van deze goederen.
Voorbeeld
U verkoopt voor € 100.000 goederen aan diverse ondernemers in de EU. De goederen worden vanuit Nederland vervoerd. Daarnaast brengt u goederen over naar een magazijn van uw bedrijf in Duitsland. De aanschaffingskosten van deze overgebrachte goederen bedragen € 50.000. De totale omzet bedraagt € 150.000. Dit bedrag vult u in bij 3B.
Er zijn in verband met intracommunautaire leveringen nog drie zaken waarmee u rekening moet houden:
- U en uw afnemer zullen bij een intracommunautaire levering moeten beschikken over een BTW-identificatienummer. Beide nummers moeten op de factuur zijn vermeld. Als het nummer van de afnemer niet bekend is moet de levering worden opgenomen onder 1A of 1B (afhankelijk van het toe te passen BTW-tarief). In dit laatste geval hoeft u daarvoor geen Opgaaf Intracommunautaire Prestaties te doen.
- Als u goederen overbrengt naar een ander land van de EU, dan zult u in het betreffende land aangifte moeten doen van een intracommunautaire verwerving.
- Als u nieuwe vervoermiddelen levert aan particulieren in andere landen van de EU, dan moet u de hiermee behaalde omzet ook in 3B aangeven. Daarnaast moet u per kwartaal van deze leveringen een afschrift van de facturen aan de Centrale eenheid ICP te Deventer zenden. Een Opgaaf ICP hoeft u dan niet in te vullen, omdat particulieren geen BTW-identificatienummer krijgen. Verkoopt u een oud vervoermiddel aan een particulier, dan vermeldt u de daarmee behaalde omzet en het BTW-bedrag in rubriek 1A.
3C: Installatie/afstandsverkopen binnen de EU
Als u goederen monteert of installeert in een ander land van de EU, moet u de daarmee behaalde omzet invullen in 3C.
Datzelfde doet u, als op de levering van de goederen de regeling voor afstandsverkopen van toepassing is. De regeling voor afstandsverkopen geldt in de volgende situatie:
- u vervoert de goederen voor uw rekening naar de afnemer in het andere land van de EU; én
- de afnemer is een particulier, of een bijzondere ondernemer, of een niet-belastingplichtige rechtspersoon wiens verwervingen niet in zijn eigen land zijn belast; én
- het totaal van deze leveringen aan het andere land van de EU overschrijdt het drempelbedrag of u heeft ervoor gekozen altijd BTW af te dragen in het land van bestemming van de goederen.
In het geval afstandsverkopen in Nederland belast zijn, omdat het drempelbedrag nog niet is bereikt (in dat geval wordt de belasting geheven in het land van oorsprong), dan moet u de omzet en BTW aangeven onder 1A wanneer het tarief van 19% van toepassing is of onder 1B bij een tarief van 6%.
Zowel bij installatie/montage als bij afstandsverkopen boven de drempelgrens geldt dat u de BTW moet aangeven in het land waar de installatie/montage plaatsvindt, of waarheen de afstandsverkopen plaatsvinden.
Voorbeeld
U installeert een keuken bij een klant in Duitsland. Hiervoor berekent u een bedrag van € 15.000 exclusief BTW. U levert bovendien keukenkastjes aan een particuliere klant in België voor een bedrag van € 4.000 exclusief BTW. U heeft het drempelbedrag voor afstandsverkopen naar België al bij eerdere verkopen overschreden. Op het aangifteformulier vermeldt u dan bij 3C het totaal van installatie/montage en afstandsverkopen. Dit is dan € 19.000 (€ 15.000 + € 4.000).
Gerelateerde onderwerpen
Main Category: |
Support Product Know How |
Document Type: |
Support - On-line help |
Category: |
On-line help files |
Security level: |
All - 0 |
Sub category: |
Details |
Document ID: |
04.460.744 |
Assortment: |
Exact Globe+
|
Date: |
26-09-2022 |
Release: |
|
Attachment: |
|
Disclaimer |