Installatie SQL Server 2016 Express - Upgrade
Dit document beschrijft de installatie van MS SQL Server 2016 Express. In de onderstaande voorbeelden wordt uitgegaan van een installatie op een systeem waar reeds een oudere versie van MS SQL Server is geïnstalleerd. Omdat bij het upgraden de bestaande databases worden bijgewerkt dient u eerst backups te maken van uw huidige administraties.
U dient minimaal over product update 413 van Exact Compact+ of Exact Globe+ en minimaal over product update 258 van Exact Synergy Enterprise te beschikken om te kunnen werken met SQL Server 2016 Express.
Een upgrade is niet in alle gevallen mogelijk. Op de
website van Microsoft
kunt zien wat de minimale versie en servicepack dient te zijn om te kunnen upgraden naar SQL Server 2016.
Alles uitklappen | Alles inklappen | Afdrukken
|
| 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
|
Stap 1 - Backup(s) maken
|
Voordat u verder gaat met de installatie is het belangrijk dat u back-ups maakt van de aanwezige administraties en databases. Wanneer u nog geen Exact Compact+, Exact Globe+ of Exact Synergy (Enterprise) heeft geïnstalleerd beschikt u nog niet over Exact-administraties of databases. In dit geval kunt u deze stap overslaan en verder gaan met de volgende stap.
De procedure voor het maken van een back-up is afhankelijk van uw situatie en het product waarmee u werkt. Let erop dat u van alle administraties een back-up maakt en u deze op een veilige locatie bewaart.
Exact Compact+
Exact Globe+
Exact Synergy Enterprise
|
Stap 2 - Het installeren van SQL Server 2016 Express
|
Dit document beschrijft de installatie van SQL Server 2016 Express. In de onderstaande voorbeelden wordt uitgegaan van een installatie op een systeem waar reeds een oudere versie van Microsoft SQL Server Express is geïnstalleerd. Omdat de bestaande databases worden bijgewerkt dient u eerst backups te maken van uw huidige administraties.
Voordat u kunt installeren dient u zich ervoor te zorgen dat uw systeem voldoet aan de
vereisten die SQL Server 2016 aan een systeem stelt.
Let op: Bij het uitvoeren van een upgrade dient u er rekening mee te houden dat u minimaal over een bepaald service pack van uw oude Microsoft SQL Server installatie dient te beschikken. Wanneer dit niet het geval is kunt u de upgrade niet uitvoeren en dient u eerst het betreffende servicepack van de oude Microsoft SQL Server installatie
te installeren. U kunt dat doen door het uitvoeren van een Windows update op de betreffende machine. U dient minimaal te beschikken over:
- SQL Server 2008 SP3 of recenter of
- SQL Server 2008 R2 SP2 of recenter of
- SQL Server 2012 SP1 of recenter of
- SQL Server 2014 of recenter
Wanneer aan deze systeemvereisten wordt voldaan, kunt u beginnen met de installatie van MS SQL Server 2016. Alle stappen die nodig zijn om MS SQL Server 2016 te installeren zullen worden doorlopen.
Let op: Afhankelijk van uw situatie kan de volgorde van enkele schermen afwijken van de volgorde die in dit stappenplan wordt aangehouden. Voor een correcte installatie zodat er correct gewerkt kan worden met Exact Globe+ of Exact Compact+ is de volgorde waarin de schermen verschijnen niet van belang. Wat echter wel van belang is, is dat u bij de betreffende schermen de juiste opties selecteert zoals in dit stappenplan is aangegeven.
- Select Features
In dit scherm worden de onderdelen getoond die
worden bijgewerkt. U kunt in dit scherm niets aanpassen. De
onderdelen die kunnen worden bijgewerkt worden automatisch
aangevinkt en dit scherm verdwijnt automatisch.
- Feature Rules
In dit scherm wordt een controle uitgevoerd op zaken die
een succesvolle installatie in de weg kunnen staan. Met de
knop Show details >> kunt u de details van deze
controle bekijken.
Wanneer de controles niet geslaagd zijn wordt dit middels
een rood icoon aangeven en kunt u op de link in de kolom
Status klikken voor meer informatie over de betreffende
controle en wat er mis is. U kunt dit vervolgens oplossen en
daarna kunt u middels de knop Re-run de controles
opnieuw uitvoeren.
Afhankelijk van de situatie is het dus niet noodzakelijk om
in dit geval de installatie wizard af te sluiten en weer
opnieuw te doorlopen. Dit scherm verdwijnt automatisch
wanneer alle controles geslaagd zijn.
- Upgrade Progress
In dit scherm wordt de voortgang van de installatie
getoond. De installatie kan enige tijd in beslag nemen. De
status balk toont de voortgang.
- Complete
Zodra de installatie succesvol is uitgevoerd worden de
geïnstalleerde onderdelen getoond met een groen icoon
ervoor. Met de knop Close sluit u de wizard.
Bij de standaard installatie van SQL Server 2016 Express is na de installatie alleen het shared memory standaard beschikbaar. Hierdoor kunt u de SQL Server alleen lokaal benaderen. Wanneer u SQL 2016 via het netwerk wilt kunnen benaderen dient u deze protocollen te activeren. Dit kunt doen op de volgende manier:
- Start de 'SQL Server Configuration Manager'. In Windows via [Start, Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2016, Configuration
Tools, SQL Server 2016 Configuration Manager].
Vanaf Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij Zoeken de tekst: SQL Server Configuration Manager. Klik vervolgens op SQL Server 2016 Configuration Manager.
- Klik op SQL Server Network Configuration.
- Selecteer Protocols for xxxx. (waarbij xxxx vervangen dient te worden door de naam die u de SQL Server tijdens de installatie heeft gegeven.)
- Aan de rechterzijde van het scherm kunt u de protocollen Named Pipes
en TCP/IP activeren door en met rechts op te klikken
en te kiezen voor Enable.
Daarnaast kan het noodzakelijk zijn om de SQL Server Browser service te starten. Deze service wordt gebruikt voor het identificeren van de poorten waar de installatie van SQL Server 2016 naar luistert. Dit kunt u op de volgende manier aanpassen.
- Start de 'SQL Server Configuration Manager'. In Windows via [Start, Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2016, Configuration
Tools, SQL Server 2016 Configuration Manager].
Vanaf Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij Zoeken de tekst: SQL Server Configuration Manager. Klik vervolgens op SQL Server 2016 Configuration Manager.
- Klik op SQL Server Services.
- Aan de rechterzijde wordt nu 'SQL Server Browser' getoond. Wanneer deze niet is gestart is het icoon rood, wanneer deze reeds is gestart is het icoon groen.
- Eerst stellen we in dat deze service altijd automatisch wordt opgestart. Op deze wijze zorgen we ervoor dat na het herstarten van het systeem deze service ook gestart wordt.
- Klik met rechts op SQL Server Browser en kies voor
Properties.
- In het eigenschappen venster opent u het tabblad Service.
- Vervolgens selecteert u bij Start Mode de optie Automatic.
- Klik vervolgens op Apply om de wijzigingen door te voeren. Met deze instelling zorgt u ervoor de SQL Server Browser telkens automatisch wordt gestart wanneer u uw systeem opstart.
- Vervolgens dienen we de SQL Server Browser te starten.
- In het eigenschappen venster opent u het tabblad Logon.
- Hier klikt u onderin het scherm op Start om deze service te starten. Wanneer de knop
Start niet actief is is de SQL Browser Service reeds gestart en is het niet meer noodzakelijk om deze te starten.
Wanneer u tevens over een firewall beschikt dient u deze correct te configureren zodat er verbinding kan worden gemaakt met SQL Server 2016 Express. De standaard TCP Poort voor SQL Server 2016 Express is 1433. De SQL Browser maakt gebruik van UDP poort 1434.
|
Stap 3 - Het installeren van de SQL Server Management Studio
|
De volgende stap is het installeren van de SQL Server Management
Studio. De SQL Server Management Studio is een
programma om de SQL Server mee te beheren. Met dit programma
kunt u bijvoorbeeld back-ups maken en teruglezen buiten Exact
Globe+/Exact Compact+ om, instellingen van de database
aanpassen en gebruikers rechten geven op de MS SQL Server.
-
Log in als administrator op het systeem waarop MS SQL Server 2016
Express heeft geïnstalleerd.
-
U kunt het installatiebestand van SQL Server Management Studio
downloaden van de website van Microsoft. Dit bestand dient u op te slaan op de harde schijf van de computer waar u MS SQL Server 2016
Express heeft geïnstalleerd.
-
Start de installatie door te dubbelklikken op het bestand dat u
heeft gedownload.
-
Nu wordt het volgende scherm getoond:
Klik op Install om te installatie te starten.
-
Tijdens de installatie kunt u de voortgang volgen. Hierbij
komen de volgende schermen voorbij. De installatie kan enige
tijd in beslag nemen.
-
Zodra de installatie gereed is wordt het onderstaande scherm
getoond. U dient uw systeem te herstarten om de installatie
af te ronden.
|
Stap 4 - Het controleren en aanpassen van de instellingen
|
Na installatie van SQL Server dienen een aantal instellingen in MS Windows te worden gecontroleerd en aangepast om uw computer gereed te maken voor het gebruik met SQL Server.
Controleer of de protocollen 'TCP/IP' en 'Named Pipes' zijn ingeschakeld.
A: Protocollen in SQL Server Client Network Utility
U voert deze stap uit op het werkstation (of de werkstations) waarmee u met Exact Compact+ of Exact Globe+ werkt.
-
Ga in Windows naar het Start-menu en vul onderaan CLICONFG in en druk op <Enter>.
Vanaf Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de
R van uw toetsenbord. Vul CLICONFG in en druk op <Enter>.
- Controleer in het nieuwe scherm of in de rechter kolom de
protocollen Named Pipes en TCP/IP staan.
Indien dit niet het geval is, dienen deze te worden
toegevoegd. Selecteer het protocol Named Pipes in de
linker kolom en klik op de knop Enable >> of Inschakelen zodat deze in de rechter kolom terecht komt. Herhaal deze stap ook voor het protocol
TCP/IP en klik hierna op Apply of Toepassen
en vervolgens op OK.
B: Protocollen in SQL Server Configuration Manager
U voert deze stap uit op het systeem waarop SQL Server is geïnstalleerd.
- Start de 'SQL Server Configuration Manager'. In Windows via [Start, Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2016, Configuration
Tools, SQL Server 2016 Configuration Manager].
Vanaf Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij Zoeken de tekst: SQL Server Configuration Manager. Klik vervolgens op SQL Server 2016 Configuration Manager.
- Klik op SQL Server Network Configuration.
- Selecteer Protocols for xxxx. (waarbij xxxx vervangen dient te worden door de naam die u de SQL Server tijdens de installatie heeft gegeven.)
- Aan de rechterzijde van het scherm kunt u de protocollen Named Pipes en
TCP/IP activeren door en met de rechtermuisknop op te
klikken en te kiezen voor Enable.
Controleer de rechten op de Data-map
U voert deze stap uit op het systeem waarop SQL Server is geïnstalleerd.
- U dient tevens te controleren of u als gebruiker alle rechten heeft op de map waarin de database (van de administratie) wordt weggeschreven.
Om te achterhalen welke map dit is kunt u het volgende doen:
- Start op de server waar SQL ook op geïnstalleerd is de SQL Server Management Studio. Ga hiervoor naar het start menu in Windows, kies [Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2016, Microsoft SQL Server Management Studio].
Vanaf Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij Zoeken de tekst: SQL Server Management Studio. Klik vervolgens op Microsoft SQL Server Management Studio.
- Maak verbinding met de SQL Server. Bij het maken van de
verbinding vult u bij Server name de naam van uw
SQL Server in. Met de knop Connect maakt verbinding met de SQL server.
- Nadat u verbinding heeft gemaakt met de SQL server, wordt aan de linkerkant van de SQL Server Management Studio de Object Explorer getoond. Hier wordt de SQL Server weergegeven waarmee u verbinding heeft gemaakt.
- Klik met de rechtermuisknop op de naam van de SQL
Server, en kies vervolgens Properties of Eigenschappen.
- In dit eigenschappenscherm selecteert u aan de linkerzijde de optie
Database settings. Vervolgens kunt u bij het veld
Data de betreffende directory zien staan.
- U hoeft hier niets aan te passen en kunt de SQL Server Management Studio nu sluiten.
- ga vervolgens via de Windows verkenner naar deze map toe.
- Het kan zijn dat u tijdens het navigeren naar deze map een melding krijgt dat u geen rechten heeft om een map te openen.
- Klik met de rechtermuisknop op de betreffende map waar u geen rechten op heeft en ga naar
Eigenschappen.
- Klik in het nieuwe venster op het tabblad Beveiliging
of Security.
- Selecteer in het bovenste venster de gebruikersnaam waarmee u bent ingelogd, in dit voorbeeld de gebruiker 'beheer', maar in uw situatie betreft dit de gebruikersnaam van de betreffende gebruiker. Controleer of in het onderste venster een groen vinkje staat bij
Full control. Zo nee, dan heeft u geen volledige rechten op deze map en dienen deze wel te worden aangezet.
- Indien de rechten niet goed staan, klikt u op Edit. U krijgt dan onderstaand scherm.
- Selecteer wederom uw gebruiker in het bovenste venster en zet in het onderste venster een vinkje bij
Full control. Klik vervolgens op Apply en OK om de vensters te sluiten.
- U dient nu wel zonder meldingen de map te kunnen openen.
- Controleer vervolgens of u zonder meldingen ook uw data-map kan openen. Zo niet, dan dient u bovenstaande stappen ook voor deze map uit te voeren.
|
Stap 5 - Gebruikers rechten geven binnen SQL Server 2016 Express
|
Wanneer u standalone werkt en de installatie heeft uitgevoerd met het gebruikersaccount van de gebruiker die ook in het Exact product gaat werken hoeft u deze stap niet uit te voeren. Tijdens de installatie heeft u de betreffende gebruiker immers al als administrator toegevoegd aan SQL Server. Wanneer dit niet het geval is of u SQL Server op een server heeft geïnstalleerd en met meerdere gebruikers in uw Exact product wilt werken dient u deze gebruikers rechten te geven binnen SQL Server. U kunt dit als volgt uitvoeren:
- Start op de server waar SQL ook op geïnstalleerd is de SQL Server Management Studio. Ga hiervoor naar het start menu in Windows, kies [Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2016, Microsoft SQL Server Management Studio].
Vanaf Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij Zoeken de tekst: SQL Server Management Studio. Klik vervolgens op Microsoft SQL Server Management Studio.
- Maak verbinding met de SQL Server. Bij het maken van de verbinding vult u bij
Server name de naam van uw SQL Server in. Met de knop
Connect maakt verbinding met de SQL server.
- Nadat u verbinding heeft gemaakt met de SQL server, wordt aan de linkerkant van de SQL Server Management Studio de Object Explorer getoond. Hier wordt de SQL Server weergegeven waarmee u verbinding heeft gemaakt.
- Links in het scherm wordt een boomstructuur getoond. Hier ziet u nu de naam van uw server staan.
- Klik uw server open door op het plusje te klikken. Er
worden dan verschillende subcategorieën getoond. Een van
deze categorieën is Security of Beveiliging. Klik dit onderdeel open.
- Dubbelklik vervolgens op Logins.
- De map Logins wordt nu uitgeklapt en u ziet welke gebruikers rechten hebben op de SQL Server. Hier staan ook een aantal standaard systeemgebruikers bij die u NIET dient te verwijderen.
- Om een nieuwe gebruiker toe te voegen klikt u met de
rechtsmuisknop op de map Logins en kiest New Login...
- De cursor staat in het veld Login name van de nieuwe user. Rechts van dit veld is een knop
Search aanwezig. Klik op deze knop.
- Er wordt een nieuw scherm getoond. In dit scherm zijn onder
andere de volgende twee knoppen beschikbaar: Locations
en Advanced (Locaties en Geavanceerd).
Met de knop Locations selecteert u het domein/locatie
waaraan de gebruiker is gekoppeld die toegevoegd dient te
worden. Met de knop Advanced opent er een nieuw scherm waarin de gebruiker toegevoegd wordt.
- Wanneer de juiste locatie\domein is geselecteerd via Locations,
kiest u voor Advanced. Aan de rechterkant van het
scherm vindt u de knop Find Now (Nu zoeken).
- Klik op de knop en onderaan in het scherm verschijnt een lijst met beschikbare gebruikers.
- Selecteer de juiste gebruiker en klik op OK.
- Het scherm sluit af. In het volgende scherm dat u ziet
kiest u ook voor OK.
- In het menu waarin de nieuw Login name aangegeven wordt staat nu de juiste gebruiker ingevuld.
- U kiest onderaan dit scherm ook voor OK.
- De gebruiker is toegevoegd.
Elke gebruiker welke ingelogd is op het netwerk kan nu ook de SQL server benaderen. Of een gebruiker ook daadwerkelijk een database kan benaderen hangt af van het feit of deze gebruiker ook als gebruiker in het Exact product is aangemaakt. Raadpleeg daarvoor een van onderstaande documenten:
Om een gebruiker een administratie te laten aanmaken (of
verwijderen) dient u aan een gebruiker in SQL extra rechten toe
te kennen. Deze moet minimaal de rol van Dbcreator hebben.
Meer informatie over de benodigde rechten en de verschillende rollen in MS SQL Server kunt u de volgende documenten raadplegen. Om deze documenten te bekijken dient u in te loggen op de customer portal:
|
Stap 6 - De administraties/databases gereedmaken voor het gebruik met SQL Server 2016
|
Na het upgraden naar MS SQL Server 2016 dienen een aantal stappen uitgevoerd te worden om uw databases gereed te maken voor het gebruik met MS SQL Server 2016.
Compabiliteits level aanpassen
Indexen en statistieken bijwerken
Voor een zo optimaal mogelijk performance is het aan te raden om de indexen en statistieken bij te werken. Dit kunt u uitvoeren via de SQL Server Management Studio. Afhankelijk van uw systeemconfiguratie en de grote van de database kunnen deze stappen enige tijd in beslag nemen. Het is aan te raden dit bijvoorbeeld aan het einde van de werkdag uit te voren zodat u er de minste hinder van ondervindt. Deze stappen dient u voor iedere administratie (database) afzonderlijk uit te voeren.
- Start de SQL Server Management Studio via [Start, Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2016, Microsoft SQL Server Management Studio].
Vanaf Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij Zoeken de tekst: SQL Server Management Studio. Klik vervolgens op Microsoft SQL Server Management Studio.
- Maak connectie met de SQL Server.
- Klik vervolgens linksboven in het scherm op de knop New Query.
- De volgende stap is het selecteren van de juiste database. Via het pulldown menu selecteert u de administratie waarvoor u deze stappen wilt uitvoeren. In het voorbeeld in onderstaande afbeelding is administratie 001 geselecteerd.
- Aan de rechterkant van het scherm ziet u een groot wit vlak. In dit vlak typt of kopieert u het volgende commando:
sp_MSforeachtable @command1="print '?' dbcc dbreindex ('?')"
- U drukt vervolgens op de knop Execute om de actie te starten.
- Het uitvoeren van dit commando kan enige tijd in beslag nemen. Zodra het gereed is wordt dit onder in het scherm aangegeven middels de volgende melding:
Command(s) completed successfully.
- Vervolgens herhaalt u de stappen voor uw andere administraties.
- Wanneer u de stappen heeft uitgevoerd voor alle administraties kunt u de SQL Server Management Studio middels het kruisje rechtsboven in het scherm afsluiten. Wanneer er wordt gevraagd of u de wijzigingen wilt bewaren kunt u kiezen voor
No.
|
| 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
|
Main Category: |
Attachments & notes |
Document Type: |
Online help main |
Category: |
|
Security level: |
All - 0 |
Sub category: |
|
Document ID: |
27.251.703 |
Assortment: |
SQL2016
|
Date: |
28-10-2022 |
Release: |
|
Attachment: |
|
Disclaimer |
|
|