Exact Globe+

Excel Add-in: uitleg functie CU_SUB_CLASS

Introductie

Met de functie CU_SUB_CLASS (sub_class_code;cu;co;FY;period;balance_type;value;calc;reportdate) kunt u bedragen van een kostendrager per verdichting of een reeks hiervan in het werkblad opnemen.

Uitleg van de velden

Administratie

Selecteer hier de administratie waaruit Exact de gegevens moet halen. U kunt hier 'Standaard' laten staan, zodat altijd de betreffende gegevens uit de standaardadministratie worden getoond. Selecteert u hier een administratie, dan worden altijd de gegevens van de betreffende administratie getoond.

Het voordeel van het niet selecteren van een administratie is dat hetzelfde overzicht voor alle administraties kan worden gebruikt. U hoeft alleen de standaardadministratie te wijzigen om de juiste gegevens te zien te krijgen.

Functie

Selecteer hier de functie die u wilt gebruiken. Voor het selecteren van het kostendrager saldo van één of meerdere verdichtingen, dient u hier te kiezen voor 'CU_SUB_CLASS'.

Verdichtingen

Selecteer hier de verdichting (Categorie 2), waarvan u het saldo wilt zien. Meerdere verdichtingen selecteert u als volgt: 001:230. In dat geval wordt het saldo getoond van verdichting 001 tot en met 230.

Kostendrager

Selecteer hier de kostendrager, waarvan u het saldo wilt zien. Meerdere kostendragers selecteert u als volgt: a:bzzzz. In dat geval wordt het saldo getoond van alle kostendragers die beginnen met een 'A' of een 'B'. Laat u het veld leeg, dan wordt het saldo van alle kostendragers meegenomen.

Boekjaar

Geef hier het boekjaar in waarvan u de bedragen wilt zien. Alleen bedragen die in of t/m dit boekjaar zijn geboekt worden meegenomen.

Periode

Hier kunt u de periode ingeven, waarvan u de bedragen wilt zien. Alleen bedragen die in of t/m deze periode zijn geboekt worden meegenomen.

Na boeken

U kunt gegevens opvragen na boeken. Dit houdt in dat ook gegevens van niet-verwerkte boekingen getoond worden (na boeken=1; na verwerken=0).

Waarde

Geef aan welke waarde u wilt zien. U heeft hier de volgende keuzes:

• Debet (1): het totaal van de bedragen die debet geboekt zijn
• Credit (2): het totaal van de bedragen die credit geboekt zijn
• Saldo (3): het saldo van het debettotaal en het credittotaal
• Positief (4): gelijk aan het saldo, maar alleen positieve waarden worden getoond
• Negatief (5): gelijk aan het saldo, maar alleen negatieve waarden worden getoond (als positieve waarden)
• Aantal (6): Het aantal (zoal ingevoerd) wordt getoond

Berekeningswijze

Geef aan welke berekeningswijze gebruikt moet worden. U heeft hier de volgende keuzes:

• Periodecijfers (1): Alleen cijfers uit de geselecteerde periode worden getoond, in de standaard valuta
• Cumulatief (2): Het cumulatieve bedrag, dus alle mutaties tot en met de geselecteerde periode in de standaardvaluta
• Periodecijfers in secundaire valuta (3): Alleen cijfers uit de geselecteerde periode worden getoond, in de secundaire valuta
• Cumulatief in secundaire valuta (4): Het cumulatieve bedrag, dus alle mutaties tot en met de geselecteerde periode in de secundaire valuta
  

Datum / Traject

Alle posten met een datum of rapportagedatum tot en met deze datum zullen worden meegenomen. Bij 'Traject' geeft u aan of er naar de datum of rapportagedatum gekeken dient te worden.

Voorbeeld

CU_SUB_CLASS("001:230";"ABON";100;2002;"12";1;3;2)
Als resultaat wordt het cumulatieve saldo 'na boeken' voor de kostendrager 'ABON', verdichting 001 t/m 230, t/m boekjaar 2002 en periode 12 uit administratie 100 in het werkblad opgenomen.

Gerelateerde onderwerpen

• Excel Add-in functies