Installatie SQL Server 2016 - Upgrade
U dient minimaal over product update 413 van Exact Compact of Exact Globe+, en minimaal over product update 258 van Exact Synergy Enterprise te beschikken om te kunnen werken met SQL Server 2016.
Dit document beschrijft de installatie van MS SQL Server 2016
Standard. In de onderstaande voorbeelden wordt uitgegaan van een
installatie op een systeem waar reeds een oudere versie van MS SQL
Server is geïnstalleerd. Omdat bij het upgraden de bestaande
databases worden bijgewerkt dient u eerst backups te maken
van uw huidige administraties. De installatie procedure van SQL
Server 2016 Standard/Enterprise is grotendeels gelijk, enkele
schermen kunnen iets afwijken bij de verschillende edities.
Een upgrade is niet in alle gevallen mogelijk. Op de
website van Microsoft kunt zien wat de minimale versie en servicepack dient te zijn om te kunnen upgraden naar SQL Server 2016.
Alles uitklappen | Alles inklappen | Afdrukken
|
| 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
|
Stap 1 - Backup(s) maken
|
Voordat u verder gaat met de installatie is het belangrijk dat u back-ups maakt van de aanwezige administraties en databases. De procedure voor het maken van een back-up is afhankelijk van uw situatie en het product waarmee u werkt. Let erop dat u van alle administraties een back-up maakt en u deze op een veilige locatie bewaart.
Exact Compact
Exact Globe+
Exact Synergy Enterprise
|
Stap 2 - Het installeren van SQL Server
|
Voordat u kunt installeren dient u zich ervoor te zorgen dat uw systeem voldoet aan de
de
vereisten die SQL Server 2016 aan een systeem stelt.
Let op: Bij het uitvoeren van een upgrade dient u er rekening mee te houden dat u minimaal over een bepaald service pack van uw oude Microsoft SQL Server installatie dient te beschikken. Wanneer dit niet het geval is kunt u de upgrade niet uitvoeren en dient u eerst het betreffende servicepack van de oude Microsoft SQL Server installatie
te installeren. U kunt dat doen door het uitvoeren van een Windows update op de betreffende machine. U dient minimaal te beschikken over:
- SQL Server 2008 SP3 of recenter of
- SQL Server 2008 R2 SP2 of recenter of
- SQL Server 2012 SP1 of recenter of
- SQL Server 2014 of recenter
Wanneer aan deze systeemvereisten wordt voldaan, kunt u beginnen met de installatie van MS SQL Server 2016. Alle stappen die nodig zijn om MS SQL Server 2016 te installeren zullen worden doorlopen.
- Log in als administrator op de server (of PC in het geval van een standalone installatie) waarop u MS SQL Server 2016 wilt installeren.
Wanneer u de installatie DVD van MS SQL server 2016 Standard in de DVD speler van uw PC/server stopt start deze automatisch op.
Wanneer dat niet het geval is dubbelklikt u op het bestand
Setup.exe op de DVD.
- Het SQL Server Installation Center wordt getoond. Vanuit
dit scherm kunt u verschillende installatie taken bekijken
en uitvoeren. In dit scherm klikt u aan de linkerzijde op Installation.
Vervolgens wordt het volgende scherm getoond. Hier klikt u
rechts boven op Upgrade from a previous version of SQL
Server.
- Product Key
In dit scherm kan de product key worden opgegeven. Indien de product key nog niet is ingevuld vult u deze in en kunt u middels de knop
Next verder gaan.
- License Terms
In dit scherm worden de gebruiksvoorwaarden getoond. Om verder te kunnen gaan met de installatie dient u eerst de voorwaarden te lezen en hiermee akkoord te gaan. Wanneer u akkoord gaat met de voorwaarden kunt u dat aangeven door de optie
I accept the license terms aan te vinken en vervolgens kunt u middels de knop
Next verder gaan naar het volgende scherm.
- Global Rules
Vervolgens wordt een controle uitgevoerd om te bekijken of
er zaken zijn die een succesvolle installatie van de 'SQL
Server Setup support files' in de weg kunnen staan. De 'SQL
Server Setup support files' zijn noodzakelijk voor de
installatie van MS SQL Server 2016 en worden automatisch
geïnstalleerd via de installatie wizard.
Met de knop Show details >> kunt u de details van
deze controle bekijken. Wanneer de controles geslaagd zijn
wordt dat in het scherm aangegeven. Wanneer dit niet het
geval is wordt dit middels een rood icoon aangeven en kunt u
op de link in de kolom Status klikken voor meer
informatie over de betreffende controle en wat er mis is. U
kunt dit vervolgens oplossen en daarna kunt u middels de
knop Re-run de controles opnieuw uitvoeren.
Afhankelijk van de situatie is het dus niet noodzakelijk
om in dit geval de installatie wizard af te sluiten en weer
opnieuw te doorlopen.
Wanneer alle controles in orde zijn verdwijnt dit scherm
automatisch en gaat u meteen verder naar het volgende
scherm.
- Product Updates
Hier kunt u aangeven of u wilt dat de installatiewizard via
internet controleert of er nieuwe bestanden aanwezig zijn.
Met de knop Skip Scan kunt u deze stap overslaan.
Deze stap kan enige tijd in beslag nemen.
- Install Setup Files
De installatiewizard controleert of er updates beschikbaar zijn en installeert de bestanden die nodig zijn om Microsoft SQL Server 2016 te installeren. Zodra dit gereed is verdwijnt dit scherm automatisch en wordt het volgende scherm geopend.
- Upgrade Rules
In dit scherm wordt een controle uitgevoerd op mogelijke
problemen die kunnen optreden tijdens de installatie. Met de
knop Show details >> kunt u de details van deze
controle bekijken.
Wanneer de controles niet geslaagd zijn wordt dit middels
een rood icoon aangeven en kunt u op de link in de kolom
Status klikken voor meer informatie over de betreffende
controle en wat er mis is. U kunt dit vervolgens oplossen en
daarna kunt u middels de knop Re-run de controles
opnieuw uitvoeren.
Afhankelijk van de situatie is het dus niet noodzakelijk om
in dit geval de installatie wizard af te sluiten en weer
opnieuw te doorlopen. De knop Next is alleen actief
wanneer er geen controles gefaald zijn. Wanneer er geen
problemen zijn gevonden verdwijnt dit scherm automatisch.
- Select Instance
In dit scherm kunt u de Instance van de oudere MS SQL
Server selecteren die u wilt upgraden.
In het onderste deel van het scherm worden de aanwezige
instances getoond. In dit geval betreft dit één Instance. In
de kolom Instance name wordt de naam van de Instance
getoond. In dit voorbeeld betreft dit de naam 'MSSQLSERVER',
maar het is mogelijk dat dit bij u een andere naam betreft.
Ook is het mogelijk dat er bij u meerdere instances getoond
worden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer u een MS
SQL Server 2012 en een MS SQL Server 2014 Instance heeft
geïnstalleerd. In dat geval dient u zelf te bepalen welke
Instance u wilt upgraden naar MS SQL Server 2016. In de
kolom Version wordt het versienummer van de
betreffende Instance getoond. Versienummers die beginnen met
een 9 hebben betrekking op MS SQL Server 2005, versienummers
die beginnen met een 10 hebben betrekking op MS SQL Server
2008 (R2), versienummers die beginnen met een 11 hebben
betrekking op MS SQL Server 2012, versienummers die beginnen
met een 12 hebben betrekking op MS SQL Server 2014.
De regel <Shared Components> heeft betrekking op de
extra onderdelen van MS SQL Server die geïnstalleerd zijn,
zoals bijvoorbeeld de management studio van MS SQL Server.
Afhankelijk van uw situatie kan het zijn dat deze regel bij
u niet aanwezig is, maar dat is geen probleem.
Bij het veld Instance to Upgrade selecteert u de
Instance die u wilt bijwerken naar MS SQL Server 2016.
Vervolgens kunt u middels de knop Next verder gaan.
- Select Features
In dit scherm worden de onderdelen getoond die
worden bijgewerkt. U kunt in dit scherm niets aanpassen. De
onderdelen die kunnen worden bijgewerkt worden automatisch
aangevinkt en dit scherm verdwijnt automatisch.
- Instance configuration
Hier kunt u de naam en de instance ID van de instance van de
SQL Server opgeven. Omdat u een upgrade uitvoert kunt u de naam
van de SQL server instance niet aanpassen. De SQL Server houdt
immers dezelfde naam. De instance ID hoeft u niet te wijzen. U
accepteert de waarde zoals die bij u in het scherm staat (deze
kan afwijken van de naam in de afbeelding) en klikt op
Next om verder te gaan.
- Server configuration
In het volgende scherm kunt u op het tabblad Service Accounts aangeven welk account u wilt gebruiken om de verschillende services van MS SQL Server 2016 te starten.
De gegevens bij u in het scherm kunnen afwijken van die in
de afbeelding. U hoeft niets aan te passen en klikt op
Next om verder te gaan.
- Feature Rules
In dit scherm wordt een controle uitgevoerd op zaken die
een succesvolle installatie in de weg kunnen staan. Met de
knop Show details >> kunt u de details van deze
controle bekijken.
Wanneer de controles niet geslaagd zijn wordt dit middels
een rood icoon aangeven en kunt u op de link in de kolom
Status klikken voor meer informatie over de betreffende
controle en wat er mis is. U kunt dit vervolgens oplossen en
daarna kunt u middels de knop Re-run de controles
opnieuw uitvoeren.
Afhankelijk van de situatie is het dus niet noodzakelijk om
in dit geval de installatie wizard af te sluiten en weer
opnieuw te doorlopen. Dit scherm verdwijnt automatisch
wanneer alle controles geslaagd zijn.
- Ready to Upgrade
In dit scherm wordt een samenvatting getoond van de door u opgegeven installatie/upgrade criteria. Met de knop
Upgrade start u de installatie/upgrade.
- Upgrade Progress
In dit scherm wordt de voortgang van de installatie
getoond. De installatie kan enige tijd in beslag nemen. De
status balk toont de voortgang.
- Complete
Zodra de installatie succesvol is uitgevoerd worden de
geïnstalleerde onderdelen getoond met een groen icoon
ervoor. Met de knop Close sluit u de wizard.
- Om de SQL Server via het netwerk te kunnen benaderen dienen een aantal protocollen geactiveerd te zijn. Na de installatie dient u, wanneer u werkt met een netwerk, dan ook te controleren of deze protocollen geactiveerd zijn. Wanneer dit niet het geval is dient u deze te activeren. Dit kunt doen op de volgende manier:
- Start (op de server waar MS SQL Server 2016 is geïnstalleerd) de 'SQL Server Configuration
Manager'. In Windows via [Start, Alle Programma's,
Microsoft SQL Server 2016, Configuration Tools, SQL
Server 2016 Configuration Manager]. Vanaf Windows 8:
Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw
toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij Zoeken
de tekst: SQL Server Configuration Manager. Klik
vervolgens op SQL Server 2016 Configuration Manager.
- Klik op SQL Server Network Configuration.
- Selecteer Protocols for xxxx. (waarbij xxxx
vervangen dient te worden door de naam die u de SQL
Server tijdens de installatie heeft gegeven.)
- Aan de rechterzijde van het scherm kunt u de
protocollen Named Pipes en TCP/IP
activeren door en met rechts op te klikken en te kiezen
voor Enable.
- Daarnaast kan het noodzakelijk zijn om de SQL Server
Browser service te starten. Deze service wordt gebruikt voor
het identificeren van de poorten waar de installatie van SQL
Server 2016 naar luistert. Dit kunt u op de volgende manier
aanpassen.
- Start de 'SQL Server Configuration Manager'. In Windows
via [Start, Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2016,
Configuration Tools, SQL Server 2016 Configuration Manager].
Vanaf Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en
de Q van uw toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij
Zoeken de tekst: SQL Server Configuration Manager.
Klik vervolgens op SQL Server 2016 Configuration Manager.
- Klik op SQL Server Services.
- Aan de rechterzijde wordt nu SQL Server Browser
getoond. Wanneer deze niet is gestart is het icoon rood,
wanneer deze reeds is gestart is het icoon groen.
- Eerst stellen we in dat deze service altijd automatisch
wordt opgestart. Op deze wijze zorgen we ervoor dat na het
herstarten van het systeem deze service ook gestart wordt.
- Klik met rechts op SQL Server Browser en kies
voor Properties.
- In het eigenschappen venster opent u het tabblad
Service.
- Vervolgens selecteert u bij Start Mode de optie
Automatic.
- Klik vervolgens op Apply om de wijzigingen door
te voeren. Met deze instelling zorgt u ervoor de SQL Server
Browser telkens automatisch wordt gestart wanneer u uw
systeem opstart.
- Vervolgens dienen we de SQL Server Browser te
starten.
- In het eigenschappen venster opent u het tabblad
Logon.
- Hier klikt u onderin het scherm op Start om deze
service te starten. Wanneer de knop Start niet actief
is is de SQL Browser Service reeds gestart en is het niet
meer noodzakelijk om deze te starten.
Wanneer u tevens over een firewall beschikt dient u deze
correct te configureren zodat er verbinding kan worden
gemaakt met SQL Server 2016. De standaard TCP Poort voor SQL
Server 2016 is 1433. De SQL Browser maakt gebruik van UDP
poort 1434.
|
Stap 3 - Het installeren van de SQL Server Management Studio
|
De volgende stap is het installeren van de SQL Server Management
Studio. De SQL Server Management Studio is een
programma om de SQL Server mee te beheren. Met dit programma
kunt u bijvoorbeeld back-ups maken en teruglezen buiten Exact
Globe+/Exact Compact+ om, instellingen van de database
aanpassen en gebruikers rechten geven op de MS SQL Server.
-
Log in als administrator op het systeem waarop MS SQL Server 2016 heeft geïnstalleerd.
-
U kunt het installatiebestand van SQL Server Management Studio
downloaden van de website van Microsoft. Dit bestand dient u op te slaan op de harde schijf van de computer waar u MS SQL Server 2016
heeft geïnstalleerd.
-
Start de installatie door te dubbelklikken op het bestand dat u
heeft gedownload.
-
Nu wordt het volgende scherm getoond:
Klik op Install om te installatie te starten.
-
Tijdens de installatie kunt u de voortgang volgen. Hierbij
komen de volgende schermen voorbij. De installatie kan enige
tijd in beslag nemen.
-
Zodra de installatie gereed is wordt het onderstaande scherm
getoond. U dient uw systeem te herstarten om de installatie
af te ronden.
|
Stap 4 - Het controleren en aanpassen van de instellingen
|
Na installatie van SQL Server dienen een aantal instellingen in MS
Windows te worden gecontroleerd en aangepast om uw computer
gereed te maken voor het gebruik met SQL Server.
Controleer of de protocollen 'TCP/IP' en 'Named Pipes'
zijn ingeschakeld.
A: Protocollen in SQL Server Client Network Utility
U voert deze stap uit op het werkstation (of de
werkstations) waarmee u met Exact Compact+ of Exact Globe+ werkt.
- Ga in Windows naar het Start-menu en vul onderaan
CLICONFG in en druk op <Enter>.
Vanaf Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en
de R van uw toetsenbord. Vul CLICONFG in en druk op
<Enter>.
- Controleer in het nieuwe scherm of in de rechter kolom
de protocollen Named Pipes en TCP/IP staan.
Indien dit niet het geval is, dienen deze te worden
toegevoegd. Selecteer het protocol Named Pipes in de
linker kolom en klik op de knop Enable >> of
Inschakelen zodat deze in de rechter kolom terecht komt.
Herhaal deze stap ook voor het protocol TCP/IP en
klik hierna op Apply of Toepassen en
vervolgens op OK.
B: Protocollen in SQL Server Configuration Manager
U voert deze stap uit op het systeem waarop SQL Server is
geïnstalleerd.
- Start de 'SQL Server Configuration Manager'. In Windows
via [Start, Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2016,
Configuration Tools, SQL Server 2016 Configuration Manager].
Vanaf Windows 8: Druk gelijktijdig op de Windows toets en
de Q van uw toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij
Zoeken de tekst: SQL Server 2016 Configuration
Manager. Klik vervolgens op SQL Server Configuration
Manager.
- Klik op SQL Server Network Configuration.
- Selecteer Protocols for xxxx. (waarbij xxxx
vervangen dient te worden door de naam die u de SQL Server
tijdens de installatie heeft gegeven.)
- Aan de rechterzijde van het scherm kunt u de protocollen
Named Pipes en TCP/IP activeren door en met de
rechtermuisknop op te klikken en te kiezen voor Enable.
Controleer de rechten op de Data-map
U voert deze stap uit op het systeem waarop SQL Server is
geïnstalleerd.
- U dient tevens te controleren of u als gebruiker alle
rechten heeft op de map waarin de database (van de
administratie) wordt weggeschreven.
Om te achterhalen welke map dit is kunt u het volgende doen:
- Start op de server waar SQL ook op geïnstalleerd is
de SQL Server Management Studio. Ga hiervoor naar het
start menu in Windows, kies [Alle Programma's, Microsoft
SQL Server 2016, Microsoft SQL Server Management
Studio]. Vanaf Windows 8: Druk gelijktijdig op de
Windows toets en de Q van uw toetsenbord. Typ aan de
rechterzijde bij Zoeken de tekst: SQL Server
Management Studio. Klik vervolgens op Microsoft
SQL Server Management Studio.
- Maak verbinding met de SQL Server. Bij het maken van
de verbinding vult u bij Server name de naam van
uw SQL Server in. Met de knop Connect maakt
verbinding met de SQL server.
- Nadat u verbinding heeft gemaakt met de SQL server,
wordt aan de linkerkant van de SQL Server Management
Studio de Object Explorer getoond. Hier wordt de SQL
Server weergegeven waarmee u verbinding heeft gemaakt.
- Klik met de rechtermuisknop op de naam van de SQL
Server, en kies vervolgens Properties of
Eigenschappen.
- In dit eigenschappenscherm selecteert u aan de
linkerzijde de optie Database settings.
Vervolgens kunt u bij het veld Data de
betreffende directory zien staan.
- U hoeft hier niets aan te passen en kunt de SQL Server
Management Studio nu sluiten.
- ga vervolgens via de Windows verkenner naar deze map
toe.
- Het kan zijn dat u tijdens het navigeren naar deze map
een melding krijgt dat u geen rechten heeft om een map te
openen.
- Klik met de rechtermuisknop op de betreffende map waar u
geen rechten op heeft en ga naar Eigenschappen.
- Klik in het nieuwe venster op het tabblad Beveiliging
of Security.
- Selecteer in het bovenste venster de gebruikersnaam
waarmee u bent ingelogd, in dit voorbeeld de gebruiker
'beheer', maar in uw situatie betreft dit de gebruikersnaam
van de betreffende gebruiker. Controleer of in het onderste
venster een groen vinkje staat bij Full control. Zo
nee, dan heeft u geen volledige rechten op deze map en
dienen deze wel te worden aangezet.
- Indien de rechten niet goed staan, klikt u op Edit.
U krijgt dan onderstaand scherm.
- Selecteer wederom uw gebruiker in het bovenste venster
en zet in het onderste venster een vinkje bij Full
control. Klik vervolgens op Apply en OK om
de vensters te sluiten.
- U dient nu wel zonder meldingen de map te kunnen openen.
- Controleer vervolgens of u zonder meldingen ook uw
data-map kan openen. Zo niet, dan dient u bovenstaande
stappen ook voor deze map uit te voeren.
|
Stap 5 - Gebruikers rechten geven binnen SQL Server
|
Wanneer u standalone werkt en de installatie heeft uitgevoerd met
het gebruikersaccount van de gebruiker die ook in het Exact
product gaat werken hoeft u deze stap niet uit te voeren.
Tijdens de installatie heeft u de betreffende gebruiker immers
al als administrator toegevoegd aan SQL Server. Wanneer dit niet
het geval is of u SQL Server op een server heeft geïnstalleerd
en met meerdere gebruikers in uw Exact product wilt werken dient
u deze gebruikers rechten te geven binnen SQL Server. U kunt dit
als volgt uitvoeren:
- Start op de server waar SQL ook op geïnstalleerd is de SQL
Server Management Studio. Ga hiervoor naar het start menu in
Windows, kies [Alle Programma's, Microsoft SQL Server 2016,
Microsoft SQL Server Management Studio]. Vanaf Windows 8:
Druk gelijktijdig op de Windows toets en de Q van uw
toetsenbord. Typ aan de rechterzijde bij Zoeken de tekst:
SQL Server Management Studio. Klik vervolgens op
Microsoft SQL Server Management Studio.
- Maak verbinding met de SQL Server. Bij het maken van de
verbinding vult u bij Server name de naam van uw SQL
Server in. Met de knop Connect maakt verbinding met de
SQL server.
- Nadat u verbinding heeft gemaakt met de SQL server, wordt
aan de linkerkant van de SQL Server Management Studio de Object
Explorer getoond. Hier wordt de SQL Server weergegeven waarmee u
verbinding heeft gemaakt.
- Links in het scherm wordt een boomstructuur getoond. Hier
ziet u nu de naam van uw server staan.
- Klik uw server open door op het plusje te klikken. Er worden
dan verschillende subcategorieën getoond. Een van deze
categorieën is Security of Beveiliging. Klik dit
onderdeel open.
- Dubbelklik vervolgens op Logins.
- De map Logins wordt nu uitgeklapt en u ziet welke
gebruikers rechten hebben op de SQL Server. Hier staan ook een
aantal standaard systeemgebruikers bij die u NIET dient te
verwijderen.
- Om een nieuwe gebruiker toe te voegen klikt u met de
rechtsmuisknop op de map Logins en kiest New Login...
- De cursor staat in het veld Login name van de nieuwe
user. Rechts van dit veld is een knop Search aanwezig.
Klik op deze knop.
- Er wordt een nieuw scherm getoond. In dit scherm zijn onder
andere de volgende twee knoppen beschikbaar: Locations en
Advanced (Locaties en Geavanceerd). Met de
knop Locations selecteert u het domein/locatie waaraan de
gebruiker is gekoppeld die toegevoegd dient te worden. Met de
knop Advanced opent er een nieuw scherm waarin de
gebruiker toegevoegd wordt.
- Wanneer de juiste locatie\domein is geselecteerd via
Locations, kiest u voor Advanced. Aan de rechterkant
van het scherm vindt u de knop Find Now (Nu zoeken).
- Klik op de knop en onderaan in het scherm verschijnt een
lijst met beschikbare gebruikers.
- Selecteer de juiste gebruiker en klik op OK.
- Het scherm sluit af. In het volgende scherm dat u ziet kiest
u ook voor OK.
- In het menu waarin de nieuw Login name aangegeven
wordt staat nu de juiste gebruiker ingevuld.
- U kiest onderaan dit scherm ook voor OK.
- De gebruiker is toegevoegd.
Elke gebruiker welke ingelogd is op het netwerk kan nu ook de
SQL server benaderen. Of een gebruiker ook daadwerkelijk een
database kan benaderen hangt af van het feit of deze gebruiker
ook als gebruiker in het Exact product is aangemaakt. Raadpleeg
daarvoor een van onderstaande documenten:
Om een gebruiker een administratie te laten aanmaken (of
verwijderen) dient u aan een gebruiker in SQL extra rechten toe
te kennen. Deze moet minimaal de rol van Dbcreator
hebben.
Meer informatie over de benodigde rechten en de verschillende
rollen in MS SQL Server kunt u de volgende documenten
raadplegen. Om deze documenten te bekijken dient u in te loggen
op de customer portal:
|
Stap 6 - De administraties/databases gereedmaken voor het
gebruik met SQL Server 2016
|
Na het upgraden naar MS SQL Server 2016 dienen een aantal stappen
uitgevoerd te worden om uw databases gereed te maken voor het
gebruik met MS SQL Server 2016.Compabiliteits level
aanpassen
Indexen en statistieken bijwerken
Voor een zo optimaal mogelijke performance is het aan te raden om de indexen en statistieken bij te werken. Voor het aanmaken van deze 'Optimization jobs' kunt u gebruik maken van de Exact System Information Tool (ESI).
|
| 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
|
Main Category: |
Attachments & notes |
Document Type: |
Online help main |
Category: |
|
Security level: |
All - 0 |
Sub category: |
|
Document ID: |
27.336.223 |
Assortment: |
SQL2016
|
Date: |
28-10-2022 |
Release: |
|
Attachment: |
|
Disclaimer |
|
|