In deze sectie wordt gedefinieerd welke medewerker of groep medewerkers een verzoek van dit type kan aanmaken. Daarnaast kan ook worden aangegeven voor wie het verzoek moet worden aangemaakt.
Beveiligingsniveau
Vul een beveiligingsniveau in of selecteer deze om gebruikers met hetzelfde niveau of hoger de mogelijkheid te geven om dit verzoek te kunnen aanmaken.
Medewerkers
Selecteer de relevante optie om te specificeren welke medewerker het verzoek mag aanmaken:
- Voor: Zichzelf — Selecteer dit om ervoor te zorgen dat medewerkers dit verzoek alleen voor zichzelf kunnen aanmaken.
- Voor: Alle — Selecteer dit om iedereen de mogelijkheid te geven dit verzoek aan te maken.
- Nee — Selecteer dit om ervoor te zorgen dat medewerkers het verzoek niet kunnen aanmaken.
Managers
Selecteer de relevante optie om te specificeren welke managers voor welke medewerkers het verzoek kunnen aanmaken:
- Directe + Indirect — Selecteer dit om ervoor te zorgen dat de directe en indirecte manager van de medewerker het verzoek kan aanmaken.
- Directe — Selecteer dit om ervoor te zorgen dat alleen de directe manager van de medewerker het verzoek kan aanmaken.
- Nee — Selecteer dit om ervoor te zorgen dat elke manager het verzoek niet kan aanmaken. Echter afhankelijk van de optie welke u heeft gekozen bij het veld Medewerkers kan een manager vanaf andere functies (zoals een planningsscherm) het verzoek aanmaken.
Rol
Selecteer de relevante rol om medewerkers met deze rol de mogelijkheid te geven om het verzoek aan te maken. U kunt drie verschillende rollen selecteren.
Niveau
Selecteer het relevante niveau voor de corresponderende rol welke u heeft gekozen bij het veld Rol. Dit zorgt ervoor dat medewerkers met deze rol en het juiste niveau de mogelijkheid hebben om het verzoek aan te maken.
Volgende: Relatie (Type)
Selecteer het relatietype waarna de relatie moet worden bijgewerkt wanneer het verzoek deze status bereikt in de flow.
Opmerking: In het verzoek moet een relatie zijn gedefinieerd om ervoor te zorgen dat deze functie werkt. Wanneer het huidige relatietype hoger is dan de gedefinieerde dan zal er geen wijziging worden doorgevoerd.
Volgende: Relatie (Status)
Selecteer de status waarna de relatie dient te worden bijgewerkt op het moment dat deze dit stadium in de flow wordt bereikt. Dit wordt gebruikt in combinatie met het veld Volgende: Relatie (Type).
Wie kan het nieuw aangemaakte verzoek wijzigen?
In deze sectie wordt weergegeven wie een verzoek van dit type kan bewerken nadat het is aangemaakt en wanneer de status Open is. Een verzoek met de status Open betekent dat deze recentelijk is aangemaakt en dat het wacht op de volgende stap in het voorgedefinieerde proces.
Actie omschrijving stap
In dit veld wordt de actie term voor verzoeken van dit type weergegeven. Klik op om de actie te hernoemen voor dit verzoektype. Voor meer informatie kunt u het document Aanmaken en aanpassen van de termen voor verzoek acties en statussen raadplegen.
Status omschrijving stap
In dit veld wordt de status term van dit veld weergegeven. Klik op om de status te hernoemen voor dit verzoektype. Voor meer informatie kunt u het document Aanmaken en aanpassen van de termen voor verzoek acties en statussen raadplegen.
Aanmaker
Selecteer deze optie om ervoor te zorgen dat de aanmaker het verzoek kan bewerken.
Fiatteur
Selecteer deze optie om ervoor te zorgen dat de fiatteur het verzoek kan bewerken.
Medewerker
Selecteer deze optie om ervoor te zorgen dat de medewerker welke in het verzoek is gespecificeerd het verzoek kan bewerken.
Iedereen
Selecteer deze optie om ervoor te zorgen dat iedereen het verzoek kan bewerken.
Rol
Selecteer een rol om ervoor te zorgen dat medewerkers met deze rol (afhankelijk van het niveau, de divisie) het verzoek kunnen bewerken. Wanneer de rol is gedefinieerd dan moet het veld Niveau/Divisie ook worden gedefinieerd.
Niveau / Divisie
Selecteer het niveau en de divisie om ervoor te zorgen dat de corresponderende medewerker het verzoek kan bewerken. Dit is in combinatie met de rol welke bij het veld Rol is gekozen. Wanneer er een rol is geselecteerd dan wordt de medewerker vergeleken met de rol en het rolniveau welke in dit veld is geselecteerd. Daarnaast wordt het ook vergeleken met de waarde welke is gevuld bij het veld Divisie. Hier wordt gekeken of deze medewerker in dezelfde divisie werkzaam is. Bijvoorbeeld wanneer er wordt gekozen voor Relatie bij dit veld dan kunnen medewerkers welke in dezelfde divisie zitten als de relatie het verzoek bewerken.
Wie kan het verzoek goedkeuren?
In deze sectie worden de instellingen beschreven welke van toepassing zijn op het goedkeuren van verzoeken van dit verzoektype.
Actie omschrijving stap
In dit veld wordt de actie term voor verzoeken van dit type weergegeven. Klik op om de actie te hernoemen voor dit verzoektype. Voor meer informatie kunt u het document Aanmaken en aanpassen van de termen voor verzoek acties en statussen raadplegen.
Status omschrijving stap
In dit veld wordt de status term van dit veld weergegeven. Klik op om de status te hernoemen voor dit verzoektype. Voor meer informatie kunt u het document Aanmaken en aanpassen van de termen voor verzoek acties en statussen raadplegen.
Medewerker
Selecteer één van de volgende opties om aan te geven welke medewerkersgroep het verzoek kan goedkeuren:
- Leeg– Selecteer deze optie om ervoor te zorgen dat het verzoek geen goedkeuring nodig heeft.
- Medewerker– Selecteer dit om de medewerker welke is gekoppeld in het verzoek deze de mogelijkheid te geven om het verzoek goed te keuren. Het veld Medewerk moet hiervoor gevuld worden om deze functie te gebruiken.
- Aanmaker – Selecteer dit om de aanmaker van het verzoek de mogelijkheid tot goedkeuren te geven.
- Manager: Medewerker– Selecteer dit om ervoor te zorgen dat de manager van de geselecteerde medewerker het verzoek kan goedkeuren. Het veld Medewerker moet hiervoor gevuld worden om deze functie te gebruiken.
- Manager: Artikel – Selecteer dit om ervoor te zorgen dat de manager van het artikel in het verzoek, het verzoek kan goedkeuren. Het veld artikel moet gevuld zijn om deze functie te gebruiken.
- Manager: Aanmaker – Selecteer dit om ervoor te zorgen dat de manager van de verzoek aanmaker het verzoek kan goedkeuren.
- Manager: Relatie – Selecteer dit om ervoor te zorgen dat de manager van de relatie het verzoek kan goedkeuren. Het veld Relatie moet gevuld zijn om met deze functie te werken.
- Manager: Project – Selecteer dit om ervoor te zorgen dat de manager van het project het verzoek kan goedkeuren. Het veld Project moet gevuld zijn om deze functie te gebruiken.
- Leden: Project – Selecteer dit om leden van het project de mogelijkheid te geven om het verzoek goed te keuren. Het veld Project moet gevuld zijn om deze functie te gebruiken.
Bestedingslimiet
Selecteer deze optie om aan te geven dat het bedrag van het verzoek lager moet zijn dan de bestedingslimiet van de medewerker welke het verzoek moet goedkeuren. Wanneer het bedrag hoger is dan de bestedingslimiet dan zal het verzoek naar de manager van de medewerker voor goedkeuring worden verstuurd. Mocht het bedrag nog steeds te hoog zijn dan zal het naar de volgende manager worden gestuurd. Dit proces gaat net zolang door totdat er een manager is met de juiste bestedingslimiet.
Opmerking: Het veld Bedrag moet gevuld zijn om te werken met deze functie.
Rol
Selecteer een rol om medewerkers welke deze rol hebben toegewezen de mogelijkheid te geven om het verzoek goed te keuren. Dit is afhankelijk van het niveau en divisie keuze. Wanneer een rol is gevuld dan dient u het veld Niveau/Divisie ook te vullen.
Niveau/Divisie
Selecteer het niveau en de divisie van de medewerker welke het verzoek kan goedkeuren. Dit is in combinatie met de waarde bij het veld Rol. Wanneer een rol is geselecteerd dan wordt de medewerker vergeleken met de rol en het niveau van de rol. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de waarde bij het veld Divisie. Bijvoorbeeld wanneer er voor Artikel is gekozen bij het veld Divisie dan kunnen medewerkers uit dezelfde divisie als het artikel het verzoek goedkeuren.
Goedgekeurd: Informeren – Aanmaker
Markeer dit veld om er voor te zorgen dat de aanmaker van het verzoek automatisch wordt geïnformeerd wanneer het verzoek is goedgekeurd. Het verzoek zal in de werkstroom van de aanmaker verschijnen om de aanmaker te informeren over de goedkeuring. Daarnaast zal het verzoek verschijnen in de werkstroom van de medewerker welke actie moet ondernemen op het verzoek.
Afgekeurd: Informeren – Aanmaker
Markeer dit veld om er voor te zorgen dat de aanmaker van het verzoek automatisch wordt geïnformeerd wanneer het verzoek is afgekeurd. Het verzoek zal vervolgens verschijnen in de werkstroom van de aanmaker om deze te informeren dat het verzoek is afgekeurd. Eventueel kan de aanmaker na een paar wijzigingen het verzoek opnieuw indienen.
Overnemen: Eigendom
Selecteer één van de volgende opties om aan te geven wie het eigendom kan overnemen:
- Nee – Selecteer dit om er voor te zorgen dat het niet mogelijk is voor iemand om het verzoek over te nemen.
- Huidige – Selecteer dit om de medewerker welke het verzoek moet goedkeuren de mogelijkheid te geven om het verzoek over te nemen. Wanneer er meerdere medewerkers zijn welke het verzoek kunnen goedkeuren dan kunnen zij allemaal het verzoek overnemen.
- Ondergeschikten – Selecteer dit om ondergeschikten van de medewerker welke dient goed te keuren de mogelijkheid te geven om het verzoek over te nemen.
- Kostenplaats – Selecteer dit om ervoor te zorgen dat medewerkers van dezelfde kostenplaats als de medewerker welke moet goedkeuren, het verzoek kunnen overnemen.
- Kostenplaats groep – Selecteer dit om medewerkers van dezelfde kostenplaats groep als de medewerker welke moet goedkeuren de mogelijkheid te geven het verzoek over te nemen.
- Divisie – Selecteer dit om medewerkers uit dezelfde divisie als de medewerker welke dient goed te keuren de mogelijkheid te geven om het verzoek over te nemen.
- Groep – Selecteer dit om medewerkers uit dezelfde groep als de medewerker welke dient goed te keuren de mogelijkheid te geven om het verzoek over te nemen.
- Iedereen – Selecteer dit om iedereen de mogelijkheid te geven om het verzoek over te nemen.
Toewijzen: Opmerking
Selecteer de relevante optie om te specificeren wie het verzoek kan opmerken. De beschikbare opties zijn gelijk aan het veld Overnemen: Eigendom.
Toewijzen: Eigendom
Selecteer de relevante optie om te specificeren aan wie het eigendom kan worden toegewezen door de medewerker welke het verzoek moet goedkeuren. De beschikbare opties zijn gelijk aan het veld Overnemen: Eigendom.
Keur automatisch goed als er geen goedkeurder gedefinieerd is
Markeer dit veld om er voor te zorgen dat het verzoek automatisch goedgekeurd wordt indien er geen medewerker geselecteerd is om het verzoek te goedkeuren. Dit kan voorkomen wanneer het veld Medewerker leeg is gelaten of wanneer er geen medewerkers is gedefinieerd om het verzoek goed te keuren.
Volgende: Relatie (Type)
Selecteer het relatie type waarna de relatie moet worden bijgewerkt wanneer het verzoek deze status bereikt in de flow
Opmerking: In het verzoek moet een relatie gevuld zijn om gebruik te maken van deze functie. Wanneer het huidige type hoger is dan welke hier gedefinieerd is dan zal er geen verandering optreden.
Volgende: Relatie (Status)
Selecteer de status waarna de relatie moet worden bijgewerkt wanneer het verzoek dit stadium in de flow bereikt. Dit wordt gebruikt in combinatie met het veld Volgende: Relatie (Type).
Wie kan het verzoek realiseren?
In deze sectie worden de instellingen voor het realiseren van het verzoek beschreven.
Actie omschrijving stap
In dit veld wordt de actie term voor verzoeken van dit type weergegeven. Klik op om de actie te hernoemen voor dit verzoektype. Voor meer informatie kunt u het document Aanmaken en aanpassen van de termen voor verzoek acties en statussen raadplegen.
Status omschrijving stap
In dit veld wordt de status term van dit veld weergegeven. Klik op om de status te hernoemen voor dit verzoektype. Voor meer informatie kunt u het document Aanmaken en aanpassen van de termen voor verzoek acties en statussen raadplegen.
De functies van het veld in deze sectie zijn gelijk aan de sectie Goedkeuren. De enige verschillen zijn:
- Medewerker: Leeg – In plaats van Nee, kunt u het veld leeg laten. Door dit te selecteren hoeft het verzoek niet door een medewerker goedgekeurd te worden. Echter door een rol te definiëren is het wel mogelijk om medewerkers met deze rol het verzoek te laten realiseren.
- Medewerker: Iedereen – Medewerkers kunnen het verzoek realiseren.
Wie kan het verzoek verwerken
In deze sectie kunt u het proces voor het verwerken definiëren.
Actie omschrijving stap
In dit veld wordt de actie term voor verzoeken van dit type weergegeven. Klik op om de actie te hernoemen voor dit verzoektype. Voor meer informatie kunt u het document Aanmaken en aanpassen van de termen voor verzoek acties en statussen raadplegen.
Status omschrijving stap
In dit veld wordt de status term van dit veld weergegeven. Klik op om de status te hernoemen voor dit verzoektype. Voor meer informatie kunt u het document Aanmaken en aanpassen van de termen voor verzoek acties en statussen raadplegen.
De functies van de velden in deze sectie zijn gelijk aan de sectie Realiseren. Het enige verschil is:
- Bij het veld Medewerker is geen optie Iedereen.
Wie kan het verzoek heropenen nadat het is afgehandeld?
In deze sectie worden de instellingen beschreven voor het heropenen van een afgehandeld verzoek. Een afgehandeld verzoek is een verzoek welke het laatste stadium in het proces heeft bereikt en waarop geen actie meer ondernomen hoeft te worden.
Heropenen
Selecteer één van de volgende medewerkers of groepen welke het verzoek kan heropenen:
- Nee – Selecteer dit om er voor te zorgen dat het verzoek niet kan worden heropend.
- Laatste – Selecteer dit om de laatste medewerker welke aan het verzoek was gekoppeld de mogelijkheid te geven om het verzoek te heropenen.
- Iedereen – Selecteer dit om alle medewerkers de mogelijkheid te geven om het verzoek te heropenen.
- Aanmaker – Selecteer dit om de aanmaker de mogelijkheid te geven om het verzoek te heropenen.
- Manager: Medewerker – Selecteer dit om de manager van de gekoppelde persoon de mogelijkheid te geven om het verzoek te heropenen. Het veld Medewerker moet gevuld zijn om gebruik te maken van deze functie.
- Manager: Artikel – Selecteer dit om de manager van het artikel welke in het verzoek is gekoppeld de mogelijkheid te geven om het verzoek te heropenen. Het veld artikel moet gevuld zijn om gebruik te kunnen maken van deze functie.
- Manager: Aanmaker – Selecteer dit om de manager van de aanmaker de mogelijkheid te geven om het verzoek te heropenen.
- Manager: Relatie – Selecteer dit om de manager van de relatie de mogelijkheid te geven om het verzoek te heropenen. Het veld relatie moet wel gevuld zijn om gebruik te kunnen maken van deze functie.
- Manager: Project – Selecteer dit om de manager van het project de mogelijkheid te geven het verzoek te heropenen. Het veld Project moet wel gevuld zijn om gebruik te maken van deze functie.
Rol
Selecteer een rol om medewerkers met deze rol de mogelijkheid te geven het verzoek te heropenen. Wanneer u gebruik maakt van het veld Rol dan dient u het veld Niveau/Divisie ook te vullen.
Niveau/Divisie
Selecteer het vereiste niveau en de divisie waaraan de medewerker moet voldoen om het verzoek te heropenen. Dit is in combinatie met de rol welke bij het veld Rol is geselecteerd. Deze functie is gelijk aan de functie in de sectie Bewerken.
Wie kan het verzoek afkeuren?
In deze sectie worden de instellingen voor het afkeuren beschreven.
Volgende: Relatie (Type)
Selecteer het relatie type waarna de relatie dient worden bijgewerkt op het moment dat het verzoek deze status in de flow bereikt.
Opmerking: Er dient een relatie in het verzoek te zijn gekoppeld om te werken met deze functie. Indien het huidige relatie type hoger is dan welke u hier heeft gedefinieerd dan zullen er geen wijzigingen worden doorgevoerd.
Volgende: Relatie (Status)
Selecteer de status waarna de relatie moet worden bijgewerkt wanneer het verzoek dit stadium in de flow bereikt. Dit wordt gebruikt in combinatie met het veld Volgende: Relatie (Type).
Wie kan het verzoek verwijderen?
Deze sectie beschrijft de instellingen voor het verwijderen van het verzoek.
Aanmaker
Markeer dit veld wanneer de aanmaker het verzoek mag verwijderen.
Manager: Artikel
Markeer dit veld wanneer de manager van het gekoppelde artikel het verzoek mag verwijderen.
Rol
Selecteer een rol om medewerkers met deze rol de mogelijkheid te geven het verzoek te verwijderen. Dit is afhankelijk van de waarde welke u vult bij het veld Niveau.
Niveau
Selecteer het niveau waarover de medewerker dient te beschikken om het verzoek te verwijderen. Dit is in combinatie met de geselecteerde rol.