In dit document worden de hand terminal instellingen voor E-WMS Ontvangst Registratie beschreven. U kunt deze onderhouden via het menupad [Systeem, E-WMS, Onderhouden handterminals, Instellingen ontvangsten].
Wanneer de handterminal instellingen zijn gedefinieerd dient u deze toe te wijzen aan ieder apparaat in het menupad [Systeem, E-WMS, Onderhouden handterminals, Onderhouden handterminals]. U kunt één algemeen instellingen profiel gebruiken voor alle apparaten, maar u kunt ook specifieke profielen gebruiken per apparaat. Bij iedere instelling wordt aangegeven of deze wordt ondersteund voor de E-WMS CAB client of E-WMS ASP.
Wanneer u werkt met WMS ASP, is het starten van het hoofdmenu op de handterminal voldoende om de gewijzigde instellingen te lezen. Wanneer u werkt met WMS CAB, dient de CAB applicatie herstart te worden of kunt u in het hoofdmenu op de S-knop drukken om de instellingen opnieuw te laden.
U beschikt over de volgende secties:
Naam
Hier kunt u de code voor deze groep instellingen opgeven. De code mag uit maximaal 12 karakters bestaan en is verplicht om in te vullen.
Omschrijving
Hier kunt u een omschrijving voor de groep instellingen opgeven.
Sectie submenu
Met deze instellingen kunt één of meerdere ontvangst submenu's op de scanner deactiveren. Wanneer beide opties zijn aangevinkt wordt er eerst een submenu getoond nadat u op de scanner het ontvangsten hoofdmenu heeft geopend. Wanneer u één van beide opties heeft geselecteerd wordt dit submenu meteen getoond nadat u in het hoofdmenu de optie 'Ontvangsten' heeft geselecteerd.
De optie 'Ontvangsten' heeft betrekking op gestuurde ontvangsten: bestellingen worden eerst in bewerking genomen, de magazijn medewerker dient een bestelling te selecteren die wordt ontvangen en kan vervolgens een selectie maken uit een lijst met bestelregels. Bij vrije ontvangsten is er geen lijst met verwachte bestellingen, de leverancierscode of het bestelnummer wordt gescand waarna de ontvangen artikelen worden gescand. Voor meer informatie over gestuurde en niet-gestuurde processen in E-WMS, zie E-WMS process properties compared - guided and non-guided.
Wanneer beide submenu's zijn uitgevinkt ziet u bij het bewaren van deze instellingen de tooltip "Selecteer s.v.p. minimaal één van de opties in de sectie 'submenu'".
Sectie Algemeen
Sortering orderlijst
Deze instelling is beschikbaar vanaf product update 410 en bepaalt de volgorde van de te ontvangen bestellingen in de orderlijst op de scanner. Naast de volgorde is deze instelling tevens van invloed op de informatie die wordt getoond in de orderlijst.
- Opdrachtnummer: de standaard waarde voor deze instelling en de standaard sorteer volgorde voor product update 409 en ouder. Informatie die per order wordt getoond op de scanner: Bestelnummer, Naam leverancier.
- Naam leverancier: sorteert de orderlijst op de naam van de leverancier en vervolgens op bestelnummer: Informatie die per order wordt getoond op de scanner: Bestelnummer, Naam leverancier.
- Leveranciernummer: sorteert de orderlijst op het nummer van de leverancier (crediteurencode) en vervolgens op bestelnummer. Informatie die per order wordt getoond op de scanner: Bestelnummer, Leveranciersnummer, Naam leverancier (1 regel extra per orderknop).
- Moment van versturen orders: sorteert de orderlijst op de volgorde waarin de orders in bewerking zijn genomen. Dit wordt bepaald op basis van de volgorde waarin de orders worden geselecteerd (multi-select via shift-klik of control-klik) in het control center, en in het algemeen in chronologische volgorde van het in bewerking nemen. Informatie die per order wordt getoond op de scanner: Bestelnummer, Naam leverancier.
Tonen orderregels
ASP en CAB (CAB: lijst wordt slechts eenmaal getoond na het selecteren van de order)
Wanneer aangevinkt, wordt er na het selecteren van een order eerst een lijst met orderregels (adviesregels) getoond. U dient uit die lijst een regel te selecteren om het ontvangen te starten. Het scherm met de lijst orderregels wordt sclehts eenmaal getoond na het selecteren van de order tenzij u de optie 'Regel nu overslaan' door de 'Stop' knop te gebruiken. In dat geval worden het scherm met de orderregels weer getoond.
Wanneer uitgevinkt is er geen advies voor het te ontvangen artikel na het selecteren van de bestelling. U kunt dan ieder van de bestelde artikelen ontvangen. In de ASP ontvangst procedure is de instelling 'Gestuurde flow' sterk gerelateerd aan deze instelling.
Tonen gepickte regels
ASP en CAB (m.u.v CAB RF). Wanneer aangevinkt wordt er zodra de ontvangst gereed is, een lijst met gepickte artikelen getoond. De lijst toont alleen de totalen per locatie per artikel.
Toevoegingen toestaan
ASP en CAB. Wanneer aangevinkt is de 'Add' knop actief bij het scannen van ontvangsten (gebruikmakend van de OPTIONS knop), en heeft de orderpicker de mogelijkheid om artikelen toe te voegen die niet zijn besteld. Om ervoor te zorgen dat deze extra regels kunnen worden teruggelezen en verwerkt dient u in de WMS Instellingen: WMS Ontvangsten de optie 'Meer picken toestaan' aan te vinken. Wanneer deze optie is uitgevinkt is de 'Add' knop niet actief op de scanner.
Standaard referentie
Sinds Product update 404 beschikbaar (Alleen ASP). Deze instelling biedt u de mogelijkheid om een ontvangst referentie op te geven voor gestuurde ontvangsten, nadat alle regels voor een order zijn ontvangen. Wanneer de instelling 'Welke waarde tonen' is ingesteld op 'Nooit', dient u er rekening mee te houden dat de standaard referentie van de bestelling wordt toegepast en niet de standaard referentie die u hier heeft opgegeven. De opgegeven referentie, kunt u na het verwerken terugvinden op de artikelmutatiekaart als de 'Uw referentie'.
Welke waarde tonen
Sinds Product update 404 beschikbaar (Alleen ASP). Deze instelling heeft betrekking op de instelling 'Standaard referentie' en bepaalt hoe het referentieveld wordt toegepast.
- Standaardwaarde: toon de standaard waarde op de scanner en sta toe om deze te wijzigen.
- Nooit: er wordt op de handterminal niet om de invoer van een referentie gevraagd, en de referentie van de bestelling wordt toegepast als 'Uw referentie' van de ontvangst.
- Leeg: op de handterminal wordt om de invoer van een handterminal gevraagd, waarbij de standaard waarde 'leeg' is.
Gestuurde flow
Alleen ASP. Deze instelling bepaalt of u de ontvangen artikelen willekeurig of op volgorde scant. Deze instelling bepaalt op welk moment de ontvangen aantallen worden gevalideerd.
- Willekeurig scannen: u ontvangt de artikelen willekeurig. Na het invoeren van het aantal, vindt er geen validatie plaats op het aantal. Ook wanneer de order gereed is worden de aantallen niet gevalideerd. Pas na het teruglezen en het valideren via de WMS RF service, of in het Control Center, worden de aantallen gevalideerd op basis van de WMS instellingen voor ontvangstregistratie.
- Willekeurig scannen, verschillen afhandelen: u ontvangt de artikelen willekeurig. Na het invoeren van het aantal vindt er niet meteen een validatie plaats. Pas wanneer u aangeeft dat u gereed bent met de order worden de aantallen gevalideerd. Wanneer er verschillen zijn wordt dit in een melding aangegeven en kunt u de ontvangen regels wijzigen en aanpassen.
- Scan per artikel: wanneer u een artikel scant wordt er vanuit gegaan dat u dat artikel volledig ontvangt. Wanneer er minder wordt ontvangen dan besteld wordt in een melding aangegeven.
Scherm lay-out
Alleen ASP. U kunt hier aangeven of u gebruik wilt maken van een eenvoudige of gedetailleerde schermlay-out. Meer informatie.
Terugm. real-time ontv.
Alleen ASP. Deze instelling is van toepassing wanneer u werkt met real-time verplaatsingen. De instelling bepaalt op welk moment de gescande ontvangsten mogen worden teruggelezen; voor of na het verplaatsen van al deze ontvangstregels:
- Na real-time verplaatsingen: ontvangsten kunnen alleen worden teruggelezen nadat alle ontvangstregels zijn verplaatst. Dit betekent dat na het verwerken van de ontvangsten u op de artikelmutatiekaart alleen ontvangsttransacties ziet waarbij de ontvangstlocatie gelijk is aan de doellocatie van de verplaatsing. Er zijn geen verplaatsingstransacties verwerkt.
- Ontvangst eerder terugmelden: ontvangsten kunnen worden teruggelezen zodra de ontvangsttransactie gereed is (alle regels zijn gescand). Dit betekent dat u op de artikelmutatiekaart de ontvangsttransacties ziet op de doellocatie van de verplaatsing (de 'real-time' verplaatsingen), op de afzonderlijke ontvangstlocatie (de oorspronkelijke ontvangstlocatie) en de verplaatsingstransacties (uitgifte van ontvangstlocatie, ontvangst op doellocatie van verplaatsing). Ook kan ontvangen voorraad kortstondig niet beschikbaar zijn voor verplaatsen tijdens de periode tussen het terugmelden en verwerken van de voorraad als plankvoorraad.
- Vragen: bij het beindigen van een ontyvangsttransactie op de scanner, ziet de gebruiker een pop-up scherm 'Terugmelden real-time ontvangst' met de opties 'Na real-time verplaatsingen' en 'Ontvangst eerder terugmelden'. De standaard keuzen is 'Na real-time verplaatsingen'.
Tonen voorraad knop
Alleen ASP. Met deze instelling geeft u aan of de handterminal de artikelvoorraad op de handterminal mag bekijken.
Autom. SKU etiket scherm
Alleen ASP. Wanneer u werkt met SKU management, bepaalt deze instelling of het SKU label scherm automatisch verschijnt (wanneer u nog geen labels heeft afgedrukt voor deze order). Wanneer uitgevinkt dient u altijd handmatig op de SKU label knop te drukken. Dit kan prettiger zijn wanneer u SKU artikelen zowel als SKU's en verkoopeenheden ontvangt.
Gebruik externe SKU nummers
Met deze instelling kunt u aangeven of het mogelijk is om 'Externe' SKU nummers te scannen. Wanneer de instelling is uitgevinkt (standaard) is het nog steeds verplicht om vóór het scannen van het SKU (SSCC) nummer, nieuwe SKU etiketten te genereren en printen van de handterminal. Wanneer de instelling is aangevinkt kunt u SKU nummers scannen die niet zijn gegenereerd en afgedrukt via E-WMS. Meer informatie.
Genereer S/B nummers
Nieuwe functionaliteit vanaf product update 404. Deze instelling bepaalt of de knop om serie-/batchnummers te genereren en afdrukken zichtbaar is.
Opmerking: Genereer S/B nummers kan niet samen met de partijnummer functionaliteit worden gebruikt.
Autoreceive
Alleen ASP. Deze knop bepaalt de beschikbaarheid van de knop 'Autoreceive' bij het scannen van ontvangsten op de handterminal. Autoreceive biedt de mogelijkheid om automatisch serie-, batch-, of SKU nummers te genereren, en hiervoor ook ontvangstregels te genereren. Meer informatie.
Invoer: Ontvangstdatum
Alleen ASP. Wanneer aangevinkt kunt u na het afronden van een ontvangst vor een bestelling een ontvangstdatum opgeven op de handterminal. Na het teruglezen en verwerken wordt deze ontvangstdatum dan toegepast als ontvangstdatum van de ontvangst.
Sectie Barcode
Scan combinatie
ASP en CAB. Wanneer u gebruik wilt maken van de E-WMS functionaliteit 'Scanning combination' dient u deze optie aan te vinken.
Scheidingsteken
ASP en CAB. Deze instelling is van toepassing op de instelling 'Scan combinatie' en bepaalt welk teken gebruikt wordt als het scheidingsteken. U dient slechts één karakter als scheidingsteken op te geven. Dit dient een karakter te zijn dat niet in uw artikelcodes, batchnummers of serienummers voorkomt. Wanneer u geen gebruik maakt van de functionaliteit 'Scanning combination' dient u dit veld leeg te laten.
GS1-128 decoderen
ASP en CAB. Wanneer aangevinkt wordt EAN128 decoding gestart voor iedere gescande waarde. Wanneer u geen gebruik maakt van EAN128 barcodes dient u deze instelling uit te vinken. Voor meer informatie kunt u de documenten how to activate EAN128 barcode scanning in WMS ASP en WMS CAB raadplegen.
Velden bevestigen
Alleen ASP. In het document E-WMS handterminal instellingen 'Velden bevestigen' en 'Toon barcode samenvatting' kunt u meer lezen over deze instelling.
Toon barcode samenvatting
Vanaf product update 404 beschikbaar in ASP en WMS client. Wanneer aangevinkt wordt er na het scannen een samenvattingscherm getoond (waarin u op 'Enter' of 'OK' dient te drukken) in plaats van meteen naar het volgende transactiescherm te gaan. Op deze wijze dient u te bevestigen wat u heeft gescand alvorens u verder gaat naar het volgende scherm. Normaal gesproken is dit het geval wanneer u de instelling 'Velden bevestigen' heeft uitgevinkt en u een SKU nummer of EAN128 of HIBC barcode scant. In het document E-WMS handterminal instellingen 'Velden bevestigen' en 'Toon barcode samenvatting' kunt u meer lezen over deze instelling.
Sectie Locatie
Standaardwaarde
Dit veld kunt u vullen met een standaard magazijnlocatie die wordt voorgevuld op de handterminal tijdens het ontvangen van de goederen. Omdat u ieder magazijn kunt gebruiken voor het ontvangen, vindt er geen validatie plaats op de locatie die u hier opgeeft. Om de standaard locatie toe te passen dient u de instelling 'Welke waarde tonen?' in te stellen op 'Standaardwaarde' of 'Nooit'.
Welke waarde tonen?
Hier kunt u een van de volgende waarde selecteren die bij de locatie dient te worden voorgesteld.
- Standaardwaarde: Met deze optie wordt het veld op de handterminal voorgevuld met de waarde van de vorige instelling. (ASP en CAB)
- Nooit: Met deze optie wordt het veld op de handterminal voorgevuld met de waarde van de vorige instelling, en onderdrukt u de invoer op de handterminal. (ASP en CAB, met CAB wordt de locatie niet getoond)
- Leeg: Met deze optie laat u het invulveld op de handterminal leeg (hetzelfde effect als het selecteren van een standaardwaarde gecombineerd met een lege standaard waarde). (ASP en CAB)
- Advies: Met deze optie wordt de standaard (hoofd) locatie van het ontvangen artikel op de handterminal voorgevuld. U kunt deze nog aanpassen op de handterminal. (ASP en CAB)
- Advies + Overslaan: Met deze optie wordt de standaard (hoofd) locatie van het ontvangen artikel op de handterminal voorgevuld en wordt de invoer overgeslagen. (ASP, bij CAB wordt de standaard locatie getoond, maar is de voorgevulde waarde 'leeg'.)
Sectie Aantal
Standaard aantal
ASP en CAB. Wanneer het aantal op de handterminal niet is voorgevuld op basis van een scan zoals een EAN128 barcode wordt het aantal dat u hier opgeeft voorgevuld. Standaard betreft dit de waarde 1. Om te voorkomen dat u te snel op 'Enter' drukt en de waarde 1 accepteert, kunt u hier het aantal 0 invullen. Wanneer u vaak artikelen ontvangt per enkele eenheid kunt u beter gebruik maken van 'Omslag punt' (zie onderstaande instelling).
Minimaal aantal
ASP en CAB. Met deze optie geeft u het minimum aantal op dat mag worden ingevuld op de handterminal. Wanneer het opgegeven aantal lager is dan het hier opgegeven aantal wordt er een melding getoond op de handterminal. Deze instelling is bedoeld om fouten op de handterminal te voorkomen.
Maximaal aantal
ASP en CAB. Met deze optie geeft u het maximum aantal op dat mag worden ingevuld op de handterminal. Wanneer het opgegeven aantal hoger is dan het hier opgegeven aantal wordt er een melding getoond op de handterminal. Deze instelling is bedoeld om fouten op de handterminal te voorkomen, zoals bijvoorbeeld het scannen van de artikelcode in het aantal-veld.
Omslagpunt
Alleen ASP. Middels deze instelling kunt u aangeven vanaf welk aantal de invoer van het aantal handmatig dient te gebeuren. Bij aantallen beneden deze waarde is de invoer niet actief en word één scan als 'aantal 1 gepickt' gezien. Meer informatie.
Omslagpunt batch
Alleen ASP. Deze instelling werkt hetzelfde als 'Omslagpunt' maar wordt alleen toegepast bij het scannen van een batchartikel. Meer informatie.
Wanneer u omslagpunt gebruikt in combinatie met 'Willekeurig scannen' (zie instelling 'Gestuurde flow'), blijft u in de ontvangst flow voor hetzelfde artikel totdat u op de 'Next' knop drukt. Met deze knop bevestigt u dat u (voor nu) gereed bent met het gescande artikel.
Sectie Datum registratie
In alle WMS ontvangstprocessen is het mogelijk om optioneel een start- of einddatum voor serie-/batchnummers op te geven. Wanneer u deze opties aanvinkt kan een begin- of einddatum opgegeven of gescand worden bij het ontvangen van een serie-/batchartikel. Meer informatie.
Sectie Partijnummer
Opmerking: Genereer S/B nummers kan niet samen met de partijnummer functionaliteit worden gebruikt.
In deze sectie kunt u de partijnummer functionaliteit activeren voor dit WMS
proces. De partijnummer functionaliteit kan worden geactiveerd voor serie en/of
batch artikelen voor de volgende WMS processen:
- Ontvangst registratie
- Inventarisatie
- Voorraadtransacties
- Productie ontvangsten
en wordt ondersteund in de volgende acties:
- Een serie/batch artikel met een partijnummer ontvangen
- Een voorraadtransactie met een serie/batch artikel met een partijnummer
uitvoeren
- Een serie/batch artikel met een partijnummer automatisch ontvangen
(autoreceive)
- Een serie/batch artikel met een partijnummer ontvangen met GS-128
- Een telling uitvoeren voor een serie/batch artikel met een partijnummer
- Een productie ontvangt uitvoeren voor een serie/batch artikel met een
partijnummer
- Een serie/batch artikel met een partijnummer ontvangen met de
handterminal instellingen uitgeschakeld
- Serie/batchnummers met een serie/batch artikel met een partijnummer
afdrukken
- Een serie/batch artikel met een partijnummer automatisch ontvangen (autoreceive)
met SKU
Partijnummer voor batch artikelen
Vink deze optie aan wanneer u de partijnummer functionaliteit voor batch
artikelen wilt gebruiken voor het ontvangstregistratie proces.
Partijnummer voor serie artikelen
Vink deze optie aan wanneer u de partijnummer functionaliteit voorserie
artikelen wilt gebruiken voor het ontvangstregistratie proces.
Sectie Vrije ontvangsten
Scan leverancier
ASP en CAB. Wanneer aangevinkt heeft kunt u het leveranciersnummer of het bestelnummer scannen. Wanneer uitgevinkt wordt u verplicht het bestelnummer te scannen bij vrije ontvangsten.
Standaardmagazijn
ASP en CAB. Dit magazijn wordt gebruikt om het bijbehorende bestelnummer te vinden bij het teruglezen van de ontvangst wanneer u de leverancier heeft gescand maar niet de betreffende bestelling. Bij het scannen van een specifieke bestelling, wordt het magazijn van die bestelling automatisch toegepast in de ontvangst.
Welke waarde tonen?
ASP en CAB. Heeft betrekking op 'Standaardmagazijn'. Deze instelling bepaalt of en hoe het magazijn wordt voorgevuld op de handterminal.
- Standaardwaarde: het standaardmagazijn uit het veld 'Standaardmagazijn' wordt voorgevuld op de handterminal. U kunt dit tijdens het ontvangen nog aanpassen.
- Nooit: het standaardmagazijn uit het veld 'Standaardmagazijn' wordt voorgevuld en de invoer op de handterminal wordt overgeslagen.
- Leeg: er wordt geen waarde voorgevuld en u dient deze verplicht te scannen op de handterminal.
Bij het scannen van een specifiek bestelnummer wordt de invoer van het magazijn altijd overgeslagen en wordt het magazijn van die bestelling automatisch toegepast.
Standaard referentie
ASP en CAB. Hier kunt u een standaard referentie opgeven voor vrije ontvangsten.
Welke waarde tonen?
ASP en CAB. Heeft betrekking op 'Standaard referentie'. Deze instelling bepaalt of en hoe de referentie wordt voorgevuld op de handterminal.
- Standaardwaarde: de referentie uit het veld 'Standaard referentie' wordt voorgevuld op de handterminal. U kunt dit tijdens het ontvangen nog aanpassen.
- Nooit: de referentie uit het veld 'Standaard referentie' wordt voorgevuld en de invoer op de handterminal wordt overgeslagen.
- Leeg: er wordt geen waarde voorgevuld en u kunt de referentie op de handterminal opgeven of leeg laten.
Sectie Scanner - Activesync
Deze instellingen zijn alleen van toepassing wanneer u gebruik maakt van de E-WMS CAB client zonder RF (wanneer u verbinding dient te maken met een PC (cradle) om te communiceren met een E-WMS Control Center).
Valideer leverancier
Deze instelling bepaalt of u een gescand leveranciernummer wilt valideren tijdens de ontvangst of alleen na het teruglezen van de ontvangst.
Wanneer uitgevinkt: tijdens de ontvangst kan iedere leveranciernummer worden gescand (bestaand of niet). Dit betekent tevens dat u geen leveranciersgegevens hoeft te exporteren naar de handterminal. Na het teruglezen van de ontvangst wordt de leverancierscode wel gevalideerd.
Wanneer aangevinkt: het gescande leveranciernummer wordt gevalideerd op de handterminal op basis van de leveranciersgegevens die u heeft geëxporteerd naar de handterminal.
Valideren artikelcode
Deze instelling bepaalt of u een gescande artikelcode wilt valideren tijdens de ontvangst of alleen na het teruglezen van de ontvangst.
Wanneer uitgevinkt: tijdens de ontvangt kan iedere artikelcode (niet: scancode) worden gescand (bestaand of niet). Dit betekent tevens dat u geen artikelgegevens hoeft te exporteren naar de handterminal. Na het teruglezen van de ontvangst worden de artikelcodes wel gevalideerd (maar scancodes worden niet geconverteerd naar artikelcodes na het teruglezen).
Wanneer aangevinkt: de gescande artikelcode wordt gevalideerd op de handterminal op basis van de artikelgegevens die u heeft geëxporteerd naar de handterminal.
Om gebruik te kunnen maken van scancodes dient de WMS ontvangst instelling 'Scancode' te zijn ingesteld op 'Scancode' voordat u de artikelgegevens exporteert naar de handterminal. Alleen de WMS scancode in de artikelstamgegevens kunnen in dit geval worden gebruikt.
Serie/batch
Deze instelling bepaalt hoe er omgegaan dient te worden met de invoer van serie-/batchnummers voor serie-/batchartikelen. Wanneer het valideren van artikelcodes (instelling 'Valideren artikelcode') is uitgevinkt en er geen artikelgegevens aanwezig zijn op de handterminal, kan ook niet worden bepaald of een artikel een serie-/batchartikel is. Met deze instelling kunt u toch configureren of u een serie-/batchnummer wilt opgeven voor alle ontvangsten:
- Normaal (standaard waarde): serie-/batchnummer invoer is niet actief (u ontvangt nooit serie-/batchartikelen)
- Serie: gaat er vanuit dat u altijd serie-artikelen ontvangt (invoer van serienummer per enkele eenheid, maar deze kan leeg gelaten worden)
- Batch: gaat er vanuit dat u altijd batch-artikelen ontvangt (invoer van batchnummer per enkele eenheid, maar deze kan leeg gelaten worden)