Nummeringsregel code
In dit veld kunt u een code definiëren voor de nummeringsregel. Dit veld is verplicht om in te vullen en u kunt maximaal 30 alfanumerieke tekens invullen. Nadat u de nummeringsregel heeft bewaard kunt u deze niet meer wijzigen.
Omschrijving
In dit veld kunt u een omschrijving opgeven voor de nummeringsregel. De omschrijving mag maximaal uit 60 tekens bestaan. Dit veld kunt u naderhand nog wijzigen voor de actieve nummeringsregels.
Icoon
Hiermee kunt u de omschrijving in een vreemde taal definiëren. Welke talen dit zijn kunt u aangeven in de instellingen [Systeem, Algemeen, Instellingen, Algemeen].
Non-actief
Met deze optie kunt u de nummeringsregel inactief maken. Een inactieve nummeringsregel kan niet meer gebruikt worden. Wanneer u deze optie aanvinkt wordt eerst de vraag getoond of u deze wilt deactiveren. Wanneer u deze vraag met 'ja' beantwoord verschijnt een notitiescherm waarin u een reden voor het deactiveren kunt opgeven. Na het bewaren van deze notitie is de nummeringsregel inactief gemaakt. Deze notitie kunt u voor de inactieve nummeringsregels bekijken middels de knop 'Notitie'. Het inactief maken van een nummeringsregel kunt u niet meer ongedaan maken. U kunt een nummeringsregel alleen inactief maken wanneer er geen nummerreeksen aanwezig zijn, of wanneer u alle onderliggende nummerreeksen ook inactief heeft gemaakt.
Tabblad Basis
Sectie mutaties
De sectie mutaties bestaat uit twee delen. Aan de rechterkant vindt u de soorten transacties waarvoor u een nummeringsregel kunt aanmaken. Aan de linkerkant worden de transactie soorten getoond waarvoor deze nummeringsregel van toepassing is. Met de knoppen met de pijtjes kunt u de transactiesoorten van links naar rechts en van rechts naar links verplaatsen.
U kunt één nummeringsregel aanmaken voor meerdere transactiesoorten. In dat geval dient u de betreffende transactiesoorten naar het rechterscherm te verplaatsen met behulp van de pijltjes toetsen. De gebruikte nummerreeks is dan van toepassing voor beide soorten transacties. Wanneer u bijvoorbeeld één nummeringsregels aanmaakt voor de transactiesoorten 'Levering productie' en 'Levering productie (demonteren)' dan wordt er slechts één nummerreeks gebruikt voor beide soorten transacties. De transactiesoorten hebben dan geen eigen unieke opvolgende nummerreeks.
U kunt slechts één nummeringsregel aanmaken per transactiesoort. Wanneer u een nummeringsregel heeft aangemaakt voor verkoopfacturen. Dan is het niet mogelijk om een tweede nummeringsregel aan te maken voor verkoopfacturen omdat er dan al een aanwezig is. Het transactiesoort verkoopfacturen is dan ook niet meer aanwezig in het vak 'Beschikbare' aan de linkerkant.
Wanneer er eenmaal nummerreeksen aan de nummeringsregel zijn toegevoegd kunt de transactiesoorten niet meer aanpassen.
U kunt een keuze maken uit de volgende soorten transacties:
- Betaling
- Creditfactuur verkoop
- Directe creditnota
- Directe factuur
- Incasso
- Interfiliale overslag ontvangst (Alleen beschikbaar wanneer u bij de voorraadinstellingen in de sectie 'Interfiliaal overboeken' de optie 'Gebruik tussenmagazijn' heeft geselecteerd)
- Kredietbrief
- Levering interfiliale overboeking
- Levering interne order
- Levering productie
- Levering productie (demonteren)
- Levering verkoop
|
- Ontvangst
- Ontvangst bestelling (Alleen beschikbaar wanneer u bij de inkoopinstellingen in de sectie 'Ontvangst' de optie 'Ontvangstbonnen' heeft geselecteerd)
- Ontvangst productie
- Ontvangst productie (demonteren)
- Ontvangst RMA
- Provisiefactuur
- Retour bestelling
- Retour interne order
- Retour RTV
- Retour verkoop
- Verkoopfactuur
- Voorraadtelling
|
Sectie Optionele condities
Wanneer er eenmaal nummerreeksen zijn aangemaakt voor deze nummeringsregel kunt u de velden in deze sectie niet meer wijzigen.
Aantal optionele condities
Met deze optie kunt u aangeven hoeveel optionele condities u wilt gebruiken. Wanneer u 'Geen' selecteert geeft u aan dat u geen gebruik wilt maken van optionele condities. Met de opties 'een' en 'twee' kunt u aangeven dat u een of twee condities wilt gebruiken. Middels te velden 'Optionele conditie 1' en 'Optionele conditie 2' kunt u de condities verder specificeren.
Optionele conditie 1/Optionele conditie 2
Wanneer u bij 'Aantal optionele condities' heeft aangegeven dat u een of twee optionele condities wilt gebruiken kunt u hier aangeven welke condities dit zijn. U kunt de volgende condities aangeven:
- Kostenplaats (Alleen aanwezig wanneer u beschikt over E-Kostenanalyse)
- Magazijn
- Medewerker
Wanneer u twee optionele condities gebruikt kunt u niet dezelfde condities gebruiken. Optionele conditie 1 en Optionele conditie 2 dienen verschillende waarden te bevatten. Wanneer u bijvoorbeeld meerdere kostenplaatsen in een conditie wilt opnemen kunt u dit specificeren in de nummerreeks.
Tabblad Nummerreeksen
Sectie Nummerreeksen
Tonen: Levenscyclus
Met deze optie kunt u aangeven welke nummerreeksen u wilt tonen.
- Open: toont alle nummerreeksen waarvan de einddatum nog niet geweest is.
- Verlopen: toont alle nummerreeksen waarvan de einddatum reeds geweest is
- Alle: toont de open en verlopen nummerreeksen
Status
Hier kunt u aangeven of u alleen de actieve, de inactieve of zowel de actieve en de inactieve nummerreeksen wilt bekijken.
In het scherm worden de nummerreeksen getoond die voldoen aan de hierboven ingevulde criteria. Per nummerreeks worden de een aantal gegeven getoond
Regel
In deze kolom wordt het regelnummer van de nummerreeks getoond.
Masker
Bij het aanmaken van een nummerreeks kunt u een masker opgeven. Het masker dat voor die nummerreeks van toepassing is wordt in deze kolom getoond.
Optionele conditie (Kostenplaats)/Omschrijving
Wanneer u op het tabblad 'Basis' heeft aangegeven dat u gebruik wilt maken van optionele condities. Beschikt u hier tevens over een of twee kolommen voor de optionele condities. In deze kolom worden de optionele condities getoond die van toepassing zijn voor de nummerreeks. Wanneer u in de nummerreeks meerdere optionele condities selecteert wordt voor iedere combinatie een aparte regel aangemaakt. U selecteert bijvoorbeeld de kostenplaatsen 'INK' en 'MAN' en de magazijnen 'BUP' en 'BUR' bij één nummerreeks. Dan worden er vier regels aangemaakt omdat er vier combinaties mogelijk zijn. Kostenplaats 'INK' en magazijn 'BUP', kostenplaats 'INK' en magazijn 'BUR', kostenplaats 'MAN' en magazijn 'BUP', en kostenplaats 'MAN' en magazijn 'BUR'
In de kolom 'Omschrijving' wordt de volledige omschrijving van de kostenplaats getoond die u als optionele conditie heeft geselecteerd.
Optionele conditie (Medewerker)/Volledige naam
Wanneer u op het tabblad 'Basis' heeft aangegeven dat u gebruik wilt maken van optionele condities. Beschikt u hier tevens over een of twee kolommen voor de optionele condities. Wanneer u gebruik maakt van een optionele condities voor medewerker word in deze kolom de medewerker-ID getoond van de medewerker die u als optionele conditie heeft geselecteerd.
Per combinatie van verschillende condities worden aparte regels aangemaakt. Zie de voorbeeld beschrijving bij het veld 'Optionele conditie (Kostenplaats)/Omschrijving' hierboven.
In de kolom 'Volledige naam' wordt de volledige naam van de medewerker getoond die u als optionele conditie heeft geselecteerd.
Optionele conditie (Magazijn)/Naam
Wanneer u op het tabblad 'Basis' heeft aangegeven dat u gebruik wilt maken van optionele condities. Beschikt u hier tevens over een of twee kolommen voor de optionele condities. Wanneer u gebruik maakt van een optionele condities voor magazijn word in deze kolom de magazijncode getoond van het magazijn dat u als optionele conditie heeft geselecteerd.
Per combinatie van verschillende condities worden aparte regels aangemaakt. Zie de voorbeeld beschrijving bij het veld 'Optionele conditie (Kostenplaats)/Omschrijving' hierboven.
In de kolom 'Naam' wordt de naam van magazijn getoond dat u als optionele conditie heeft geselecteerd.
Traject: Start / Traject: Einde
Per nummerreeks kunt u een start en een eindtraject opgeven. In deze kolom worden het start en eindtraject getoond.
Begindatum/Einddatum
Bij het aanmaken van een nummeringsregels kunt u een nummerreeks opgeven. Bij deze nummerreeks kunt u een datumtraject aangegeven waarbinnen de betreffende reeks geldig is. De begindatum en einddatum worden in deze kolom getoond. Wanneer er geen einddatum voor de nummerreeks is opgegeven is er hier ook geen datum gevuld.
Status
In deze kolom wordt de status van de nummerreeks van de nummeringsregel weergegeven. Een nummeringsregels kan meerdere nummerreeksen bevatten die u inactief kunt maken. De status van die nummerreeks wordt in deze kolom weergegeven.
Laatst toegewezen
In deze kolom wordt het laatst toegewezen nummer van de betreffende nummerreeks getoond. In het voorbeeld van bovenstaande afbeelding is het laatst toegewezen nummer 04001. Dit betreft het laatste nummer van die nummerreeks dat al aan een transactie is toegewezen.
Aant. vrij
In deze kolom wordt het aantal vrije nummer getoond. Wanneer u 100 nummers heeft gegenereerd en er zijn er al 3 verbruikt dan zijn er nog 97 vrij. Wanneer een nummerreeks inactief is gemaakt is het aantal vrij altijd 0.
RangeInternalID
In deze kolom wordt het identificatienummer van de nummerreeks getoond.
Met de knoppen aan de linkerkant kunt u nummerreeksen aanmaken, bewerken, verwijderen en kopiëren.
Nieuw
Met deze knop kunt u een nieuwe nummerreeks toevoegen. Deze knop is alleen actief bij een nummeringsregel die actief is.
Bewerken
Met deze knop kunt u een bestaande nummerreeks bewerken. Bij een nummerreeks die inactief is kunt u het bewerken scherm openen, maar kunt u geen wijzigingen hierin aanbrengen. Wel heeft u de mogelijkheid om de notitie te bekijken. Deze knop is alleen actief bij een nummeringsregel die actief is.
Verwijderen
Met deze knop kunt u een nummerreeks verwijderen. Wanneer een nummer uit de nummerreeks reeds aan een transactie is toegekend kunt u deze niet verwijderen. U kunt dan de nummerreeks op non-actief zetten. Om een nummer reeks op non-actief te zetten dient u de nummerreeks te bewerken.
Kopiëren
Middels deze knop kunt u een bestaande nummerreeks kopiëren. Het kopiëren van een nummerreeks is grotendeels gelijk aan het aanmaken van een nieuwe nummerreeks, de gedefinieerde condities en het masker worden echter overgenomen van de bron nummerreeks. Deze knop is alleen actief bij een nummeringsregel die actief is, en wanneer er minimaal één nummerreeks aanwezig is bij de betreffende nummeringsregel.
Onder in het scherm beschikt u over een statusbalk waarin wordt aangegeven wanneer en door wie de nummeringsregel is aangemaakt en wanneer en door wie de nummeringsregel voor het laatst gewijzigd is.